Zoeken

dinsdag 17 juli 2012

Terug

Het spijt me, een blog over het YES-camp is er niet gekomen. En om eerlijk te zijn kan ik er niet veel meer over zeggen dan dat het geweldig was (en als je wil weten wat er dan zo geweldig was… Dan moet je zelf maar een jaartje weg gaan)!
Beter kan ik het nu hebben over mijn thuis komst, zelfs al is óók dat alweer een tijdje geleden.
Toen ik aankwam in - waar was het ook alweer… Apeldoorn? Arnhem? Almere? Geen van de drie volgens mij, maakt ook niet uit… (ik weet nog dat er een gele NS-trein voorbij kwam en dat iedereen wilde kijken, en zich tegen de raampjes aandrukte toen er een groepje fietsers op omafietsen voorbij kwam) - kon ik niet stoppen met praten, ik ratelde maar door. Zo ging het ook de dag erna, en de dag daarna. Ik kreeg niet meer slaap dan drie uur per nacht maar ik raakte maar niet uitgeput (ten minste, dat dacht ik). Ik merkte wel dat ik een beetje stond te trillen op mijn benen, en dat ik bijna niet at, maar ik leefde in mijn eigen utopische wereldje waarin alles geweldig was, waarin Amsterdam leuker was dan ooit en waarin ik precies kon doen waar ik zin in had zonder me af te hoeven vragen of iemand me met de auto kon brengen, of er überhaupt wel iets te doen was. De moeheid drong niet tot me door en ik had een ongeremde motivatie om elke dag van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat van het stadsleventje te profiteren.
Tot dag vier aanbrak en ik helemaal instortte. Gelukkig ging het na heel veel slaap meteen weer prima, maar ik besefte wel dat ik niet meer alles tegelijk kon doen en het echt wat handiger moest aanpakken. Toch heb ik me –ondanks de regen- er niet van weer houden Amsterdam volledig eigen te maken door er urenlang doorheen te fietsen, om vervolgens te besluiten dat dit toch wel echt voor eeuwig mijn thuisbasis blijft (en dat ik nooit meer voor langere tijd weg ga).
Ik heb nooit, maar dan ook nooit, spijt gehad van mijn jaar in Frankrijk. Ik heb nooit overwogen om eerder terug te gaan, nooit gedacht “waarom dóé ik dit?”, maar dit hele jaar ben ik toch wel doorgekomen met het idee dat dit ‘in ieder geval maar voor een jaartje is’.
Ik dacht met een open blik op de wereld terug te komen, maar –en dat is het geval bij velen uitwisselingsstudenten, lees: vrijwel iedereen- mensen die weg zijn geweest vergeten vaak te zeggen dat je als je terug komt je veel en veel meer van je thuisland bent gaan houden.

Maar, ookal ben ik nog zo Amsterdam-liefhebber, na twee weekjes heb ik het wel weer gezien: morgen vertrek ik alweer.
Hele fijne vakantie, blogs volgen (beloofd)!

Liefs liefs,
Bo

Ps. Ik voel me nog steeds een beetje Frans af en toe: toen ik naar de film ging irriteerde ik me eraan hoe mensen “De Rouille et d’Os” uitspreken, als ik droom gaat het nog steeds half in het frans en als ik een normaal gesprek voer wil het wel eens voorkomen dat ik Franse woordjes in moet slikken of mijn zinnen moet herformuleren voor mensen het begrijpen (al was is dat nu een stuk minder erg dan anderhalve week geleden).

donderdag 5 juli 2012

Knikkende knieën en klamme handjes

Een beetje een verouderde blog geschreven op 28 juni, 2012. In de trein.


Mijn laatste blog begon ik met te zeggen dat het een van mijn laatste blogs in Frankrijk zou zijn. Vanochtend werd ik wakker en begon ik eindelijk langzaam aan te realiseren dat het vandaag écht écht de laatste dag zou zijn.
Dus, zoals beloofd, nog een aller laatste blog vanuit Frankrijk. Ik schrijf hem in de trein op weg naar Parijs en het typen gaat moeilijker dan gedacht. Ik heb toch een beetje trillerige handjes. Ik heb vandaag al drie keer afscheid genomen, het begon vanochtend toen Juliette om tien over acht op mijn deur klopte. Ik was voor de zoveelste keer deze week door mijn wekker heen geslapen (ik weet niet wat het is maar het overkomt me de afgelopen tijd bijna elke twee dagen, vermoeidheid?), en aangezien Juliette vandaag de belangrijkste toets van ‘College’ had, die je toelaat tot het Lycée, moest ik ook om zeven uur opstaan om gedag te zeggen en geluk te wensen. Behalve dat ik dus niet om zeven uur opstond. Gelukkig maakte me Juliette toch wakker voordat ze vertrok.
Huilbui nummer 1.
Vervolgens moest ik razendsnel douchen en de laatste dingen –waaronder 1 kg Nutella, cadeautje van de buurman- in mijn tas proppen voordat een groepje vrienden voor de deur stond.
Eerst dwongen ze me mijn Nederlandse adres op vijf verschillende blaadjes te schrijven, vervolgens moest mijn Nederlandse mobiel- en huis-telefoonnummer er nog bij.
Daarna –na een beetje gesmoes en gefluister- kwam er een grijs tasje tevoorschijn, waaruit een paars zakje uit kwam, waar een wit doosje uit kwam… waar een prachtig zilveren armbandje op een donzig bedje lag te glinsteren.
Huilbui nummer 2.
’s Middags maakte ik een berg broodjes (“jammer dat je laatste maaltijd in Frankrijk uit broodjes bestaat, dat hoort niet”) voor onderweg en werden echt de aller aller laatste dingen in gepakt, de tas die de dag van tevoren nog best een beetje ruimte had (dacht ik toen nog trots) kon opeens niet meer dicht. Maar daar heb ik gelukkig al ervaring mee, en als je de tas op zijn zij ligt en er met z’n tweeën op gaat zitten helpt dat een heleboel.
Om drie uur kwam Daniël terug van z’n werk om Michou, Alicia, vriendin/kind-aan-huis Calypso en mijzelf met de auto naar Poitiers te brengen. Sms’je naar Juliette, tranen nummer 3.
Eindelijk in Poitiers aangekomen kreeg ik toch wel de eerste zenuwen, ik heb een enorme hekel aan treinen. Als klein kind uitte zich dat in huilbuien, maar aangezien ik vandaag al genoeg huil werden het knikkende knietjes en klamme handjes.
De trein komt binnen rijden en Daniel tilt mijn loei zware tas in de trein (op de heen weg kreeg ik hem zelf nog van de grond, maar vandaag kan ik hem nauwelijks vooruit ríjden… Spierpercentage afgenomen? Of toch die pot Nutella teveel? Misschien allebei…).
Huilbui nummer 4. Deze deed me ernstig veel denken aan die dag, tien maanden geleden (1 september om precies te zijn), toen ik ook zo gebukt door het treinraampje keek terwijl de tassen om mee heen stonden en mensen achter me die ongeduldig brommen tot ze rode ogen zien.
Toen zag ik ook mijn familie op het perron staan, ongemakkelijk zwaaiend en een beetje angstig (betrapt, Mama!).
Alleen was het toen een andere familie, ook de mijne weliswaar, maar een familie die ik over vier dagen op bijna dezelfde manier weer terug zal zien: gebukt door het treinraampje kijkende, tassen om mee heen, brommende mensen die misschien –wie weet, ik geloof dat tranen op den duur niet minder worden- ophouden als ze rode ogen zien.

Ik kom over 45 minuten aan op Gare Montparnasse, Parijs, waar een YFU vrijwilliger met mij Parijs doorkruist naar Gare de Lyon waar ik vanavond de nachtbus naar Werbellinsee, Berlijn neem samen met vele andere YFU’ers die nu allemaal waarschijnlijk net zo zenuwachtig -met knikkende knieën, klamme handen en rode ogen- in de trein zitten op weg naar wéér een nieuw avontuur: thuis komen.

Liefs,
Bo

ps. Een blog over YES-camp Werbellinsee volgt!

zaterdag 16 juni 2012

De laatste 12

Ook al is dit pas de eerste zin van mijn blog van vandaag, ik moet toch even zeggen dat ik al zeker een kwartier aan het schrijven ben. Waar is dan dat stuk dat ik tijdens die vijftien minuten heb zitten tikken? Nou, die heb ik verwijderd want... het was geheel in het Frans. En ik had dat écht pas na een flinke alinea door.
Maar goed, nu dus even in het Nederlands (al zou het natuurlijk ook leuk zijn om in het Frans door te gaan).
Het einde van het jaar komt nu echt "gevaarlijk" dichtbij, gevaarlijk ja, want ik zie het toch vooral als iets negatiefs, hoewel er ontelbaar veel positieve dingen aan vast zitten.
Als iemand me vroeg wanneer ik eigenlijk terug naar Nederland ging, dan was het eerst: 'Aan het einde van het schooljaar', toen werd het 'in juli ofzo', vervolgens 'Ik heb nog drie maanden', en 'aan het einde van de maand, dus ik heb nog even hoor'...
Vandaag hoorde ik mezelf zeggen: 'Over twaalf dagen.'
Twaalf dagen.
Twaalf. Dagen.
Het echode nog even door, mijn hoofd vertaalde het nog even op drie manieren ('minder dan twee weken', 'douze jours', 'NU ECHT BIJNA') en toen drong het echt tot me door.
Mijn leven hier, is zo goed als over. Klinkt wel lekker dramatisch, maar eigenlijk is het dat ook.
Ik geloof dat ik voor deze wederkeer net zo zenuwachtig ben als voor mijn vertrek in Nederland, tien maanden geleden... Hoewel ik toen toch een heel ander gevoel had, zijn de zenuwen er niet minder om.
Als ik er even over nadenk wat ik wel niet allemaal achter laat... Gisteren nog, in de auto reden we langs mijn school -die mijn school niet meer is-, en kon ik het niet helpen dat ik dacht: 'ik zal nooit meer in die gangen lopen, naast de vreselijke met bijtjes beschilderde muur in de zon zitten, me vervelen in alle klaslokalen, mijn kantinepasje door de machine halen...'. En toen ik thuis kwam en dat knalgroene kantinepasje in mijn tas vond stond ik er even mee in mijn hand, niet wetende wat ik ermee moest doen.
Vervolgens kwam op de radio voor de honderdduizendste keer hetzelfde nummer voorbij dat ik ook hoorde toen ik in Poitiers een beetje verdwaald uit de trein kwam, tien maanden geleden, en in plaats van dat ik dacht 'Niet alwéér hetzelfde nummer, in Nederland wisselt het veel vaker' dacht ik 'Ik zal dit nummer nooit meer op de radio horen, daarvoor is hij in Nederland al veel te oud'.
Ik voelde me opeens een nostalgisch huilenbalkje, en ik kan me niet herinneren dat ik dat al was in september vorig jaar.
Trouwens, dat is niet het enige wat veranderd is. Volgens mij is zo'n beetje alles aan me veranderd, iets wat ik tot kort geleden nog niet besefte.
Laatst zei ik nog tegen mamma dat ik voor de honderdste keer naar de opticien moest voor mijn nieuwe zonnebril. 'Alleen?' vroeg mamma.
'Nee, met 25 achtertantes', zei ik spottend, 'Ja natuurlijk alleen.' (toegegeven, dat heb ik niet letterlijk gezegd). 'Nou,' zei mijn moeder, 'dat durfde je in Amsterdam nog niet hoor'. Dat was dan weer een beetje overdreven van moesje, zó verlegen was ik nou ook weer niet, maar waar het op neer komt is dat ik niet meer de oude ben. Al is dat natuurlijk ook in zekere zin het doel van een uitwisselingsjaar.
Dus, als ik ik een beetje raar reageer, of in ieder geval anders dan voorheen, dan moeten jullie dat maar voor lief nemen.
Of, als ik echt niet meer te harden ben, dan tik je me op mijn schouder en zeg je even: 'Bo, de oude zou dat niet doen hoor,' en dan zal ik vast heel snel de nuchtere, niet nostalgische, verlegen ik weer zijn.
Of niet. We zullen zien.

Tot snel, liefs,
Bo

maandag 11 juni 2012

Puy du Fou

Zaterdagochtend kwam Luisa (uit Berlijn, nu tussen Rennes en Nantes) aan in Parthenay voor een weekendje onder uitwisseligsstudenten (Debbie uit Mexico -nu in Niort- kwam 's avonds).
Ik had tien minuten om me aan te kleden en naar het station te rennen waar haar bus aankwam want mijn wekker was niet af gegaan en de avond er voor aten we bij vrienden (op zijn frans: 21u aperitief, 00u beginnen met eten, 4u 's ochtends naar huis).
Allebei doodop hebben we de hele middag staan bakken: nutella milkshakes, peren-kruimel prut met nutella, oreo cheesecake en grapefruit met gesmolten haribo aardbeien (vraag me niet hoe we daar op kwamen).
Toen Debbie 's avonds aankwam konden we alleen maar op de bank een film kijken, zonder te bewegen.
Ik heb haar niet eens Parthenay laten zien (doen we vandaag).
De volgende dag moesten we vroeg weg want we hadden een dagje Puy du Fou met mijn gastouders en Juliette op de planning staan. Het Puy du Fou is een thema-park met als de thema de geschiedenis, en aangezien ik noch pretpark-type noch geschiedenis fan ben had ik zo mijn twijfels.
Het Put du Fou is een van de grootsten van Europa en heeft de prijs beste park van de wereld gewonnen.
Het park bestaat vooral uit spektakels: voorstellingen met stunts en kostuums.
Wij hebben dat ook van voorstelling naar voorstelling gehold en ik moet toegeven dat het echt wel leuk was. En ik raad het zeker meer aan dan het Futuroscope.
De eerste voorstelling was in een énorm theater (overdekt, gelukkig want het regende zoals alleen een Zuid-Franse zomerbui kan zijn, ongelovelijk hard). Het begon met iemand in een overwelgdigend kostuum, vervolgens een spektakel van versierde mensen, acts, paarden, licht, bewegende decors, het podium dat onder water liep en dansers uit alle windstreken.
Vervolgens met regenponcho's en paraplu's door naar de volgende voorstelling: stunts met paarden, vuur op een kasteel, het kasteel die vervolgens in de grond verdween waarna een tweede wereld tevoorschijn kwam met nog meer vuur en een kudde schapen.
De derde voorstelling was er een over de vikingen, vrij spectaculair: een schip dat van achter de toeschouwers een heuvel afreed het water in, mensen die uit het water kwamen, een geheel schip dat in het water verdween met mensen en al en een toren die omviel terwijl het huizen in de fik stak.
Vervolgens was er een voorstelling met honderden soorten exotische vogels die vlak naast het publiek neer streken en vervazingwekkend goed getraint waren (want ze hadden makkelijk mijn hoofd eraf kunnen happen in plaats van stukken vlees naar een luchtballon te brengen. Al stonden er wel een paar sterke mannen in de buurt).
Ten slotte was er nog een voorstelling met de romijnen in een nagebouwd Colosseum, inclusief leeuwen, tijgers, struisvogels, gladiatoren, een hyiëna, ganzen en echte romeinse race-wagens met paarden (en nog veel meer).

Ik was totaal uitgeput aan het einde van de dag maar het was helemaal waard en ik ben zowaar een beetje meer geïnterreseerd geraakt in de geschiedenis en in vieze vogels.

Liefs,
Bo

Ps. Voor degenen die geïnteresseert zijn: ze hebben koptelefoons met nederlandse vertaling.

dinsdag 29 mei 2012

De Frelon

Zo ongeveer een kwartier geleden had ik mijn eerste ontmoeting met een echte, zuid-Franse Frelon.
En ik ben er nog van in shock.
Ik was vanmiddag om zes uur thuis (school tot half zes) en nadat ik vuurrode aardbeien van "oma" had gegeten ben ik op mijn bed geploft met mijn laptop om vervolgens niet meer op te staan, tenminste, dat dacht ik.
Ik was namelijk helemaal uitgeput van een bijna tien uur durende schooldag met dertig graden-klaslokalen en ik kon het echt niet meer opbrengen ook nog maar iets anders te doen dan eten en slapen (al zou ik dat na een twee uur durende schooldag waarschijnlijk ook gedaan hebben).
Ik bedenk me nu opeens, achteraf, dat Melanie vanochtend nog vertelde over een avontuur met Charlotte: ze liepen in een smal straatje toen ze een één of ander gevaarlijk beest ontdekten dat dodelijk kan zijn, "we hebben nog nooit van ons leven zo hard gerend". Dat zei ze vanochtend toen we in de zon op het schoolplein zaten en om eerlijk te zijn schoot het een beetje langs me heen, ik was veel te slaperig om te reageren. Maar nu weet ik precies waarom ze zo hard gerend heeft en als het in mijn geval niet in mijn kamer was geweest dan was ik vast tot Amsterdam gehold (niet dat ik met mijn conditie de straat uit komt trouwens).
Ik zal even ophelderen waar ik zo hysterisch over doe: de Frelon. Het heeft de vorm van een wesp, en ook de kleuren van een wesp. Dezelfde woonsituatie, hetzelfde killer-instinct. Er zijn alleen twee verschillen tussen de Frelon en een normale wesp. Ten eerste maakt hij het geluid van een grasmaaier -je zou bijna oordopjes in doen- en ten tweede is de Frelon (ten minste degene die ik heb gezien) ongeveer vijf keer zo groot als een normale wesp. Ik had echt het idee dat er een speelgoed vliegtuig in de voor van een wesp door mijn kamer vloog, behalve dat hij er verbazingwekkend echt uit zag.
Terwijl ik uitgeput in mijn agenda krabbelde dacht ik gestoord te woorden door een één of andere tractor die door de straat reed, maar toen dat na een minuut nog niet weg was keek ik geïrriteerd richting het raam om er vervolgens tot mijn grote schrik een enorm beest doodstil vlak naast mijn bed te zien zweven (doodstil qua beweging, niet qua geluid).
Ik heb mijn laptop naast me neer gegooid en ben als een haas de trap afgerend om de hele familie bij elkaar te gillen, die vervolgens dood leuk tegen een of andere buurman/collega/voetbalvriend/weet-ik-veel-wie te zeggen: "Dit is onze 'hollandaise', ze heeft geloof ik een Frelon gezien".
Daniel is met vliegenmepper naar boven gegaan maar kon de Frelon niet meer vinden en ik verwacht dus eigenlijk dat die Frelon zich lekker in mijn zomerjurkjes heeft verstopt en ieder moment uit de kast kan komen vliegen.
Nou zullen degenen onder jullie die zo'n Frelon kennen wel vinden dat ik ontzettend overdrijf maar ik ben en blijf een Amsterdams meisje (die hier trouwens elke week wel weer een nieuwe griezelige insectensoort ontdekt en dit toch wel zó ver vond gaan dat ik er een blog over schrijf) met een grote spinnenfobie.
En bovendien overdrijf ik niet eens zo heel erg: een Frelon steek kan dodelijk zijn (mits in de slagader, toegegeven).

Vervolgens verteld Daniel me doodleuk dat er sinds enkele jaren precies in dit gebied een plaag is: De Aziatische Frelon.
Het is niet zomaar een Aziaat: ze zijn echte doorzetters, enorm fel en ze hebben een jagersdrift gelijk aan die van een tijger. Als ze een bijennest tegenkomen maken ze er een enorm slagveld van, en van de bijtjes blijft niks over.
En als je hun eigen nest aan stukken slaat ver-tiendubbelen ze het aantal koninginnen die allemaal een eigen nest maken.
Het schijnt een echt drama te zijn en ik heb nu al ontzettend zin in deze zomer, ik bereid me vast voor op een stel tropische barbaren in mijn kamer.

Liefs uit het zomerse Frankrijk,
Bo

zaterdag 26 mei 2012

Een ochtend "en Famille"

Een typische zaterdagochtend in huize Coutant, die ga ik even voor jullie beschrijven.
Laat ik beginnen bij de vrijdagavond, want die bepaalt toch wel grotendeels hoe de zaterdagochtend eruit ziet. Vooral bij een Franse familie zoals de "mijne" (a.k.a wijnliefhebbers).
Als ik uit school kom vind ik een warme appel-clafoutis en een stomende fondant au chocola op het aanrecht. Door Alicia gemaakt want die gaat vanavond naar een feestje voor de eindexamenklassen in Nantes (met leraren) van haar schoonheidsspecialiste opleiding. Ze zit in pyjama op haar bed, nog brak van een donderdagavondje met vriendinnen.
Ik vertrek met camera en mijn door mamma gekochte (en door zusje meegenomen) hoedje om nog even van de 28 graden te genieten en als ik terug kom is Alicia al vertrokken richting Nantes.
Inmiddels is Florian met vriendin uit Toulouse gearriveerd, hij komt het pinksterweekend in Parthenay doorbrengen omdat er dan het beroemde "Carna Fiësta" plaatsvind (Kermis, eten, marktjes enz.). Ik verhuis daarom snel mijn hebben en houden naar Juliette's kamer waar ik het komende weekend bivakeer. Daniel is net vertrokken voor een "apéro" met de voetbalvrienden, en de buurvrouw komt mijn gastmoeder een mooie omslagdoek uit Senegal (vakantiehuisje) brengen, waar ze net twee weken zonder kinderen hebben doorgebracht.
Gastmoeder Michou haalt ook de apéro tevoorschijn en de hele meute, buurman voegt zich bij, installeert zich in de tuin.
Florian steekt de barbecue aan en even later komt Daniel alweer terug, tot verbazing van de anderen -want normaal is dat een paar uurtjes later-. De buurman roept plagerig nog dat Daniel volgende keer maar moet bellen, dan komt hij hem wel halen met de auto.
Ik en Juliette installeren ons beneden want het gaat nog wel even duren voor we eten, alles op z'n tijd.

Ik weet niet tot hoe laat hun apéro heeft geduurd, laat staan het diner zelf, maar voor de Coutantjes valt het allemaal reuze mee, ze zijn alweer druk in de weer als ik 's ochtends de keuken binnen kom.
Nadat ik 'Papi' (opa Coutant) begroet installeer ik me met koffie tussen Alicia (die ook al wakker is, ik snap niet hoe ze elke week weer nadat ze om zes uur gaat slapen om negen uur aan de ontbijttafel zit alsof ze net twaalf uur heeft geslapen) en gastmoeder in en eet ik als ontbijt de appel-clafoutis die nog lang niet op is.
Papi komt liter (letterlijk: li-ters) wijn, een énorme pot (voor planten?), een bos groenig-kruid, 'eau-de-vie' (pure alcohol naar mijn idee) en pakken suiker brengen: ze gaat zelf een (seizoens gebonden) apéro maken: gout de blabla (ingewikkelde naam).
Alicia zeurt over alle stomme meisjes in haar klas en Michou en Papi discuteren over hun precieuze brouwsel.
Buurvrouw komt binnen om een bakblik te lenen, blijft tien minuten kletsen en vertrekt weer.
Daniel komt binnen en gaat met Papi de discussie over de hoeveelheid suiker aan (die oploopt tot een kilo per enkele liters, want volgens Daniel is die van zijn schoonvader niet zoet genoeg).
Michou vertrekt om de was op te hangen.
Buurman komt binnen om ik-weet-niet-wat te doen en zich vervolgens ook in de suiker discussie te mengen.
Michou komt binnen en vetrekt weer, Florian en vriendin komen binnen en ze zien eruit alsof ze een marathon gelopen hebben.
Buurman plaagt Florian, Daniel begint wijn, eau de vie en suiker in enorme hoeveelheden te mengen en enthousiast de hele keuken laat proeven en ruiken(herrinnering: het is tien uur 's ochtends).
Florian keert terug naar bed, Juliette komt binnen, kijkt haar broer een beetje bezorgd aan en zet dan demonstratief meteen de computer aan om te laten zien dat ze geen behoefte heeft aan conversaties.
Alicia probeert haar overgebleven baksels aan de man te brengen. Florians vriendin installeert zich met waterige oogjes en koffie naast me op de bank, waar ik me even terug getrokken heb om dit te schrijven.
Heel gezellig, zo'n half dorp in je woonkamer, maar een pauze tussen nu en de lunch (met de hele familie dus, en dat komt niet vaak voor) heb ik wel even nodig.
Vanmiddag ga ik naar het Carna Fiësta, waar ik "Chichi" ga eten: lange besuikerde stengels die je in een beker nutella dipt.
Ik zal jullie snel laten weten hoe Party-Parthenay is, maar nu ga ik nog even genieten van het kleine uurtje rust.

Bienvenue dans la famille!

Liefs,
Bo

ps. Het spijt me als mijn Nederlands niet meer is wat het geweest is maar ik vergeet steeds meer woorden...








woensdag 16 mei 2012

Père Cent en de laatste reunie

Vandaag heb ik weer wat nieuws, typisch Frans, ontdekt. Zelfs na acht maanden ben ik nog niet helemaal ingeburgerd, en ik vraag me af hoe mensen dat doen die maar een half jaar of zelfs drie maanden weg gaan.
Het is het zogenaamde "Père Cent" (of Persan) dat vandaag van start ging.
Het is een Franse traditie voor de Terminales, oftewel de eindexamenklassen, en dus eigenlijk de Franse equivalent van onze Eindexamenstunt.
Voor "le Père Cent" verkleden de eindexamen leerlingen zich zo gek mogelijk, niks is te raar en er is eigenlijk ook nooit een thema, iedereen doet waar hij zin in heeft maar met gekleurde shirtjes kom je niet weg.
Paashazen, kerstmannen en figuren waarvan ik het bestaan niet eens kende liepen vandaag rond in de buurt om mijn school -dat wil zeggen: bijna heel Parthenay-. Want deze traditie speelt zich niet ín de school af, maar erbuiten.
De in maffe kostuums gehulde leerlingen staan vooral op kruispunten en bij drukke straten (in Parthenay dus vooral het eerste, aangezien het tweede niet of nauwelijks aanwezig is) en vragen geld aan passerenden, zelfs als het hierbij om automobilisten gaat (meestal het geval). Ik hoorde dat ze bij sommige scholen zelfs eieren en meel naar de mensen op straat gooien maar dat was hier gelukkig niet het geval. Wel stonden ze een beetje met kranten te wapperen (god mag weten wat ze daarmee bedoelden).
Le Père Cent vindt plaats -zoals de naam al doet vermoeden- exact 100 dagen voor Le Bac (de examens) beginnen. Het opgehaalde geld is bedoeld om een goed feest te organiseren.

Behalve deze eigenaardige traditie (ik ben blij dat ik niet hoef te bedelen -letterlijk- voor een eindejaars-feestje) had ik afgelopen weekend ook nog de laatste reunie van YFU.
Wij kwamen een uur te laat aan en vielen dus midden in een groeps-sessie binnen: een object uitkiezen en vertellen waarom je het gekozen hebt. Ik besloot dat ik dan maar meteen moest gaan -en toen ik een bakblik zag liggen was de keuze snel gemaakt- want ik vind het altijd zo pijnlijk als de vrijwilligers iets leuks proberen te doen terwijl wij ze een beetje schaapachtig aan blijven staren.
Daarna moesten we kaartjes trekken met onafgemaakte zinnen en, rara, de zin afmaken. Nog zo'n fantastische opdracht waarbij iedereen stilletjes blijft zitten wachten in de hoop overgeslagen te worden.
Gelukkig mochten we daarna met z'n allen in de zon zitten, honderd uit babbelen en een promotie filmpje maken om fransen aan te moedigen gastgezin te worden, dat echt best leuk was. Ik heb ook meteen plannen gemaakt voor het weekend van de 9e (wanneer ongeveer mijn vakantie begint!): Puy du Fou (historisch openlucht museum) met Luisa (Duitsland), Debbie (Mexico) en mijn gastfamilie.
Vervolgens werd de lunch ingewijd met een aperitiefje gevolgd door een hele waslijst veel te lekker eten.
Voordat we de toetjes (door de uitwisselingsstudenten gemaakt) tevoorschijn haalden kregen we de tijd ons gastgezin een cadeautje te geven en ze te bedanken. Aangezien het HEMA fotoalbum met teksten niet gearriveerd was had ik zelf last-minute fotolijstjes met brieven gemaakt. Er zijn heel wat traantjes weg gepinkt.
Mijn toetje, een Charlotte met chocolademousse-peer vulling, was een waar succes, zélfs gesmolten door de zon.
Vervolgens werden door de uitwisselingsstudenten franse vlaggen tevoorschijn gehaald om voor elkaar dingen op te schrijven: leuk om later thuis op te hangen. Natuurlijk was ik het vergeten (ik dacht dat ik in Frankrijk wat minder chaotisch was geworden maar helaas), maar ik zal er een naar de YES in Berlijn (het kamp met de 400 europese uitwisselingsstudenten) meenemen.
Want ik kan natuurlijk niet thuis komen zonder een beetje Frans-nationalistisch glorie, en een vlag lijkt me daarvoor perfect.

Liefs,
Bo

zondag 6 mei 2012

Kort

Nu ik het einde van mijn verblijf nader, vind ik het eens tijd worden voor wat positieve tekst. Ik heb namelijk wel vaker bezorgd na een van mijn blogs gehoord: "Vind je het wel leuk in Frankrijk?" "Moet je niet naar huis komen?".
Maar lieve Nederlanders, ook al schrijf ik alleen maar op wat ik ook echt vind, een blog zegt lang niet alles.
Ik bekritiseer veel, en dat is -denk ik- alleen maar omdat dat de manier is waarop ik de wereld bekijk. Dat is mijn manier van informatie verwerken, zodat alles flink word fijn gemaald voordat ik het opsla.
Op die manier komt datgene wat me niet bevalt sneller naar boven zodat ik in ieder geval besef wat het precies is dat me niet aan staat (en wie wat kan ik er wat aan doen, maar dat is een paar stappen verder *kuch*).
Maar geen enkel nietig pluspuntje vergeet ik, ik spreek het alleen niet uit.
En geef nou toe, wat is er nou leuk aan een blog waarin ik alleen maar opschrijf dat ik om vier uur 's middags lekkere koekjes at, dat ik op woensdagmiddag geen huiswerk heb en dat het bijna nooit regent?
Dat is echt niet zo interessant om te lezen.
De dingen waar wat over op de te schrijven valt, zijn nu eenmaal vaak de dingen die ik zou willen veranderen.
Het lijkt hierdoor soms alsof ik het allemaal niet leuk vind, maar geloof me: ik zou dit jaar voor geen goud hebben willen missen.
En ik raad iedereen aan om voor een jaar alles achter te laten, het maakt eigenlijk niet eens zozeer uit waar je heen gaat.

Het belangrijkste is dat je het verschil ziet, en niet alleen de lekkere koekjes.

Liefs,
Bo.

maandag 30 april 2012

L'île D'Aix & La Corse

Ik heb mijn blog ernstig verwaarloost, ik weet het ik weet het. Het spijt me oprecht, maar het leek erop dat ik opeens een druk leven begin te lijden, zelfs in Parthenay!
Vorige week was ik op vakantie op het prachtige eiland La Corse, maar voordat ik daarover los barst moet ik nog vertellen over mijn paasweekend (ja dat is alweer een tijdje geleden, maar met mijn iPod-notities en supersonische geheugen moet ik een heel eind komen) op het Île d'Aix!
Vele van jullie kennen vast wel Fort Boyard (mede bekend door het televisie programma waarin bekende Nederlanders -die vaak niet zo heel bekend zijn- in bakken met spinnen moeten grabbelen -enzovoort-).
Het bij het beroemde Fort behorende eilandje "L'île D'Aix" (1,19km2; 219 inwoners!) is dus waar ik mijn paasweekend heb doorgebracht met een groep van twintig mensen waaronder de familie aan wie ik mijn jaar bij de Coutantjes te danken heb (een familie die een jaar een Oostenrijks meisje in huis hadden waardoor Juliette zo enthousiast raakte dat ze haar ouders zover heeft weten te krijgen een Nederlandse zus in de familie op te nemen).
bij aankomst op het eiland(je) gingen we meteen op weg naar onze slaapplek: een historische gevangenis omgetoverd tot toeristenverblijf bestaande uit vele 'dormoirs' (simpelweg zaaltjes met stapelbedden en bagagevakken, elke vier stapelbedden gescheiden door een flinterdun tussenwandje) en één huisje in het midden van het 'gevangenis-comlex' bestaande uit één kamer met daarin een gasfornuis, negen koelkasten en een enorme voorraad verbogen vorken, lepels in alle kleuren en maten, houten tafels met van die gammele lange banken en, godzijdank, een verwarming (die niet in de dormoirs te vinden was).
Want ook al hebben we al meerdere keren een 30 graden-weekend gehad (in maart!), het paasweekend op het minuscule eilandje was een stuk minder warm (vooral veel eilandwind).
Met z'n allen hadden we zoveel bagage dat je zou denken dat we voor een week op vakantie gingen, hoewel we maar 1 (1!) nachtje bleven. Maar met Fransen, dat begrijp je, kan je niet van huis zonder eten. En niet zo'n beetje ook. Zelfs terwijl we voor de eerste avond niet eens een voorgerecht mee hadden genomen (dat kan een heleboel plaats innemen als het een Frans voorgerecht is) -want we gingen zelf oesters en mosselen vissen-. Bij aankomst had ik al ontbeten, maar voor Fransen is er geen betere manier om een weekend onder vrienden in te luiden met eten, dus werd er een gi-gan-tische zak broden tevoorschijn getoverd (blijkbaar beroemde Île D'Aix-broden waaronder het Fort Boyard brood), de zak was zo gigantisch dat ik mezelf er makkelijk in had kunnen stoppen (echt waar). En hij zat tot de rand vol met broden. Ik geef toe dat we met twintig man behoorlijk wat brood eten, maar dit was toch wel een beetje overdreven. Lekker brood overigens.
Nadat we een paar broden verorberd hadden met koffie, warme chocolademelk, een Frans worstje en de helft van een énorm (ik herhaal: ENORM) blok gezouten, Bretonse boter hebben we twee koelkasten ingeruimd en vervolgens de bovenkanten bestapeld met bergen voedsel (zoals overigens ook met de andere zeven koelkasten het geval was).
Daarna zijn we met z'n allen naar het strand gelopen en hebben we eindeloos veel oesters van de stenen lopen hameren.
's Middags werden de flesjes wijn tevoorschijn gehaald en installeerden we ons knus met alle andere eiland bezoekers in de zon (met dikke jassen overigens). Ik kan me niet meer herinneren wat we allemaal gegeten hebben (aangezien er sinds de 7e alweer honderden maaltijden overheen zijn gegaan), maar ik weet nog dat aan het einde van de dag het blok boter met grote kristallen zout al op was (en ik kan je vertellen, ik heb nog nooit van mijn leven zo'n blok boter gezien. Het zag eruit als zo'n zoute liksteen voor paarden).
De volgende dag hebben we een fietstochtje gemaakt over het eiland (binnen dertig minuten waren we alweer terug, en hadden we het hele fietsbare gedeelte gedaan).
Het was de eerste keer sinds ik vertrokken ben uit Nederland dat ik op een fiets zat die vergelijkbaar is met de fietsen bij ons. Maar gelukkig, fietsen verleer je niet (daar zijn de Fransen trouwens ook niet zo begaafd in, fietsen...).

Vorige week dus Corsica: een prachtig eiland met bergen die zo overgaan in parelwitte stranden met een hemelsblauwe zee. Helaas werd dit droombeeld lichtelijk verstoord door de groep waarmee ik in het vakantiehuisjes-park zat: de voetbalveteranen uit de "Gâtine" (a.k.a het arrondissement van Parthenay), 50 in totaal.
Ik wil niet zeggen dat het niet gezellig was, in tegendeel! Zingen, dansen, voetballen en juichen kunnen ze zelfs heel goed. Maar het mag dan ook duidelijk zijn dat ze er zijn, ze schamen zich nergens voor.
We hebben wel veel lol gehad, maar van Franse elegantie was niet veel te merken (ik ben tenslotte ook in een gebied beland dat bekend staat om de agricultuur, a.k.a: Boeren), hoewel de picknicks natuurlijk uitgebreid van Rosé's, Bordeaux's, kip en salade's waren voorzien.
Maar, met wie je Corsica ook bezoekt, hoe toeristisch de uitstapjes ook zijn, het blijft mooi en de zon is overal. Ik ben in ieder geval een stuk bruiner dan twee weken geleden (en als ik hoor dat mijn ouders een stierengevecht op Sevilla hebben bijgewoond vind ik het niet zo heel erg om met een stelletje boeren liedjes te zingen).

Nu ben ik alweer terug in Parthenay, het regent non-stop terwijl het in Amsterdam feest is en de zon schijnt (nooit gedacht dat ik de kleur oranje zou gaan missen). Maar niet getreurd, nog vier en een halve week school en dan een hele, hele lange zomervakantie!
Daarna moet ik al mijn hersencellen van het afgelopen jaar terug zien te krijgen en mijn conditie weer een beetje opkrikken: mijn Franse luie leventje loopt bijna ten einde en daar heb ik gemengde gevoelens over. Natuurlijk sta ik te springen om mijn Nederlandse leventje weer te omarmen; de lijst met dingen die ik gemist heb is eindeloos, maar de lijst met nadelen die aan mijn retour vastzit evengoed...

Liefs,
een zongebruinde Bo

ps. Mijn blogs zullen bij mijn terugkomst niet ophouden, want ik ben ervan overtuigt dat ik over twee maanden een hele hoop over de Lage Landen te zeggen heb (positief of negatief... Daar ben ik nog niet over uit).

zaterdag 31 maart 2012

Futuroscope

Vorige week zaterdag bezocht ik eindelijk het het beroemde attractie park van Poitiers: Het Futuroscope.
Het is niet een attractiepark zoals wij ze kennen, met achtbanen en dergelijke. Dit park, dat overigens wel zo'n groot gedoe is waar je zonder felgekleurde, met maffe legenda-tekentjes beplakte plattegrond de weg niet vind, bestaat uit overal willekeurig neergezette "futuristische" gebouwen -denk aan grote bollen, een gebouw bestaande uit buizen, een bol in een vierkant, een mega-diamant etc etc-, met natuurlijk de onmisbare pretpark-restaurants in alle denkbare concepten -van piraten tot italianen- ertussen.
Eigenlijk bestaat het Futuroscope uit ontelbaar veel "bijzondere" bioscopen, zo is er de zaal met een 900 vierkante meter scherm dat als een halve koepel over de bezoekers heen gaat (voor een steentijdse water-dinosaures show of een reisje met de space-shuttle), of de bioscoop met een waterval als scherm, dat voor spectaculaire effecten zorgt. Natuurlijk zijn er alle mogelijke versies van 3D (met schudde stoelen, water- en wind effecten, of zelfs een geheel treinkarretje dat van hot naar her beweegt om de wondere wereld van "Arthur and the Minimoys" -beste 3d attractie ter wereld van 2011- tot leven te wekken).
Ten slotte is er nog de befaamde "Dans Met de Robot": een gigantische robothand met twee stoeltjes die je in alle richtingen slingert en rond laat draaien op grond van het "niveau" dat je kiest: één, twee of drie.
'Drie natuurlijk', zeg ik meteen enthousiast. Zodoende zit ik even later met een hevig tegensputterende Melanie in een robothand die van kleur veranderd terwijl op grote schermen boven ons een clip van een belachelijke jaren-zoveel hit getoont wordt. Een nummer met hoog tempo, waarop de hand omhoog zwiept en in het rond begint te tollen, en wij de longen uit ons lijf schreeuwen.
Nu snap ik goed waarom Lucie ons verplichtte vóór het eten aan deze vrolijke dans mee te doen.
Als we even later eindelijk een bankje in de schaduw hebben gevonden voor de lunch zijn we alle drie al doodop en verlangen we hevig naar een beetje verkoeling, die we gelukkig vinden in het "kinderpark" -waar we toch maar even in gingen nadat we een zweefmolen hadden gezien-: een fiets met énorme opgeblazen banden die op het water drijft.
Als het aan het einde van de dag begint te schemeren wacht ons nog een leuke verrassing: ter ere van de 25e verjaardag van het park duiken opeens overal robots op met led-lichtjes in allerlei kleuren. Ze lopen op een hoge springbogen -van die carbon benen die gehandicapte hardlopers gebruiken volgens mij- en voelen aan ons haar terwijl ze met hun robotstem kleine kinderen aan het schrikken maken.
Om tien uur zitten we uitgeput in de auto, op weg naar Charlotte om met z'n vijven te racletten en Intouchables voor de 1000e keer te kijken (die ein-de-lijk in Nederland in de bioscoop uit is gekomen. Het heeft even geduurd, maar goed: ga er vooral heen!).
Om drie uur 's nachts vinden we als kers op de taart nog een spin in de wasbak, en niet zomaar eentje. Hij lijkt zo uit een tropische jungle te komen, wat een poten... Leve het warme land!

Liefs! Bo
ps. Mijn eerste-tenniswedstrijd-verslag laat nog een weekje op zich wachten want het ging wéér niet door.

woensdag 21 maart 2012

Centre du monde?

Af en toe lijkt het alsof de Fransen zichzelf als het centrum van de wereld zien, en soms lijkt het nog waar ook. Vandaag maar weer eens een blog want er is weer veel gebeurd de afgelopen week. Het begon vorige week natuurlijk met het busongeluk in het Zwitserse Sierre, al had dat niks met Frankrijk te maken (Juliette vroeg me verbaasd tijdens de afscheidsspeeches op televisie of ik dat echt kon verstaan).
Vandaag kwam er in sneltrein vaart nieuws binnenstromen en het journaal stond dan ook de hele middag aan met live verslag vanuit Toulouse, afgewisseld met nieuws over de verkiezingen en verslagen over de relaties Franco-Allemand, Franco-Japonais en Franco-ikweetnietmeerwat.
Na het busongeluk, waren er de drie zusjes die de trein uit waren gezet omdat ze geen kaartje hadden en vervolgens te voet over de vluchtstrook gingen: alle drie overreden. En tenslotte hét nieuws van de week: Mohammed Merah die drie joodse kinderen, een joodse leraar en een katholieke militair neerschoot.
Vanmiddag hebben ze hem dan eindelijk weten op te speuren: een lijst van telefoonnummers die rond de bewuste middag in de buurt van het Joodse lyceum in Toulouse waren werd vergeleken met de telefoonnummers van verdachten, en hoppa: er bleef maar één nummer over. Gisternacht om vier uur 's ochtends arriveert de politie bij het appartement waar ze vervolgens een inval doen die niet goed afloopt: twee agenten raken gewond en M. weet zich zelf in te sluiten in zijn appartement, waar hij nu al twaalf uur lang zit, terwijl politie en media de wacht houden. Wat er nu gaat gebeuren is me een raadsel, gaan ze die man uithongeren? Ze willen hem natuurlijk levend, maar voedselpakketjes geven aan een seriemoordenaar is misschien ook wat overdreven...
Gisterochtend, de ochtend nadat M. had lopen schieten, hielden we op school één minuut stilte voor de vier slachtoffers, maar vlak voordat het 11 uur was raakte het meisje uit mijn klas die in december een hartstilstand kreeg en gereanimeerd werd door een jongen uit mijn klas die net zijn EHBO-diploma had gekregen opeens weer totaal buiten westen. Terwijl de brandweer door onze school liep en wij naar een ander lokaal werden gebracht ging de één minuut stilte toch gewoon door, waarin ik niet zo zeer aan de vier overledenen dacht maar meer aan het meisje uit mijn klas die in het andere lokaal op de grond lag, die om half vier gelukkig alweer uit het ziekenhuis werd ontslagen.

Gelukkig zijn er deze week ook minder erge dingen gebeurd, zo noemt mijn biologie lerares me na 6 en een halve maand opeens "Jo-Anne", moesten we een schapenhart ontleden zonder handschoentjes, hebben we tijdens scheikunde uitgelegd gekregen wat een paracetamol is -niet de scheikundige opbouw ervan, maar letterlijk wat het is: een wit pilletje dat je slikt als je hoofdpijn hebt- (er waren er een hele hoop die dat niet wisten...) en ging mijn tenniswedstrijd niet door omdat het twintig minuten geregend had.

Afgelopen weekend was gelukkig heel erg leuk, vrijdag en zaterdag vierden we de verjaardag van iemand van school (we namen de schoolbus die letterlijk bij elk eenzaam huis in een weiland stopte, het leek af en toe wel het einde van de wereld en ik wist niet eens dat er op zulke plekken haltes bestaan!) en zaterdagmiddag ging ik met Juliette en Michou een lycée in Thouars bezoeken (45 minuten van Parthenay). Juliette wil daar waarschijnlijk heen omdat ze er een extra optie hebben (aardrijkskunde in het Engels), ze gaat daar dan in het internaat dat we ook bezocht hebben -en bijna gelijk was aan die in Parthenay-: schattige ouderwetse kamertjes voor drie, met voor elk kind een bed en kast, een washok met echte ouderwetse bakken met van die houten-wasbordjes erin die je alleen in films ziet, een biljart tafel en een enorme lijst met huisregels. Maar ook nog iets heel moderns: wifi (die om 22u uitgezet word)! Ik vond het heel leuk om zo'n internaat eens in het echt te bekijken want in Nederland kennen we zoiets alleen uit films maar hier is het de normaalste zaak van de wereld, bijna elke school heeft wel een internaat en de verschillen zijn klein.
Tenslotte moet ik ook nog even melden dat ik één van de 15 gelukkigen ben die in het 'atelier' (elke trimester kies je twee nieuwe) Chocola-maken zit! Vanaf volgende week ga ik een uurtje per week -vijf keer- mijn eigen chocola maken, van boon tot reep.
En zaterdag ga ik dan eindelijk het beroemde 'Futuroscope' van Poitiers bezoeken (ik herinner me opeens dat ik in de tweede ooit een opdracht daarover heb gemaakt voor Frans, en ik er niks van begreep): een soort attractiepark/open lucht museum dat heel leuk schijnt te zijn, we zullen zien (en ik zal er natuurlijk even over schrijven dus houd mijn blog in de gaten!).

Heel veel liefs,
Bo!

Ps. Het koken is de afgelopen week een beetje stilgevallen, het eten echter absoluut niet!

zondag 11 maart 2012

Spektakel

Vrijdag ging ik naar het turngala van een vriendin van school - Charlotte -, die plaats vond in de enige sporthal van Parthenay, naast onze school (het is ook onze gymzaal) - La salle Leo Lagrange -. Voor de deur stonden moeders taarten te verkopen, en niet zo'n beetje ook: ze renden heen en weer achter een ellenlange tafel met zeker dertig taarten erop.
Bij binnenkomst was ik een beetje verbijsterd door wat ik aantrof. Je moet namelijk weten dat ik eigenlijk géén idee had wat dit gala eigenlijk in hield. Ik had het wel gevraagd aan Charlotte, maar echt duidelijk was het me niet geworden.
De tribune zat bomvol, en de normaal totaal lege zaal zat tot de nok vol met turnapparaten en twee mini-boksringetjes in het midden. Achter die twee boksringen hing een wit doek met een soort lachende muzieknoten erop, waarop lampen kleurveranderende lichtbundels projecteerden. Overal renden meisjes in roze, blauwe en gouden glitterpakjes rond. Nadat wij ons tussen een rij mensen op een houten tribunebankje hadden weten te proppen (helemaal bovenaan), en we daar een half uur een beetje ongemakkelijk zaten te wachten, begon de een man bij het verhoogde licht- en geluidvak eindelijk te praten. Hij verwelkomde ons, bedankte iedereen en babbelde nog een beetje verder over het thema van de avond (verslaafd aan muziek) en dergelijke. Ik vroeg aan Lucie L. die naast me zat tot hoe laat het eigenlijk duurde, aangezien het om acht uur begon dacht ik dat het tegen half elf wel afgelopen zou zijn, en ik had dan ook niet gegeten (omdat ik vlak daarvoor terug was gekomen uit Poitiers). Lucie antwoord met een aarzelend gezicht: 'middernacht geloof ik'.
Gelukkig was het echt heel erg leuk, ook al duurde de als cowboys verkleedde 4-jarigen die koprollen maakten soms een beetje lang.

Zaterdagavond ging ik met de Coutantjes naar een theatervoorstelling van de overbuurman - en zeer goede vriend van de Coutantjes -. Van tevoren kwamen alle vrolijke, nogal luidruchtige, buren bij ons aankloppen om na een koffietje met z'n allen in de auto te stappen.
We kwamen aan bij een afgelegen zaaltje/theater waar vooral oudere mensen hun entree al gemaakt hadden. Juliette en ik gingen een beetje bedrukt op een van de achterste rijen zitten, kijkende naar de tientallen grijze kapsels die aan ons voorbij schoven.
De voorstelling begon met een kort stuk van de jeugd van de theaterschool: een moord in een oud kasteel, twee detectives, een tweeling die 'samen' praten -om de beurt een woord-, de oude kasteelbewoonster, twee standbeelden die eigenlijk levend zijn en nog wat andere typetjes. Elke keer als er een nieuw personage op het toneel verschijnt begint het publiek te klappen. Ik vraag aan Juliette of dat een normale Franse gewoonte is, waarop ze antwoord dat ze dit nog nooit eerder heeft meegemaakt en dat ze het publiek in het begin al raar vond.
Nadat de moord is opegelost is het tijd voor het tweede stuk: die met de buurman erin.
Bij opening komt onze buurman uit de douche, begint een gesprek met hun huishoudster. Buurman en zijn vrouw maken zich klaar voor iets -mooie jurk, pak etc.- maar het publiek weet nog niet wat. Langzamerhand komen we erachter: een partnerruil.
Vervolgens een stel gekke stelletjes dat in verschillende scènes langs komt. We komen erachter dat de partnerruil zich eigenlijk tussen drie stellen moet afspelen, maar één stel is omgewisseld met eens stel dat eigenlijk voor een huizenruil komt (twee woorden die in het Frans bijna hetzelfde zijn).
Langzamerhand word het stuk steeds gênanter, terwijl de bejaarden in de rijen voor ons luid lachen zitten Juliette en ik met smart te wachten op de pauze, die nogal lang op zich laat wachten. Nadat een van de personages in panterprint mannenstring over het toneel heeft gelopen, de vrouw voor de huizenruil met de loodgieter dronken de douche induikt, een ander personage niet op houd met praten over de huiseigenaresse en het bloemetjes schilderij is vervangen voor en blote vrouw, een grote shock voor de dochter des huizes, is het dan eindelijk pauze.
Gelukkig één fijne Franse traditie: chocolade taarten, flan, appelcakes en kersen-clafouti staan te wachten.
Na de pauze komt het dan weer allemaal goed, de stellen vertrekken één voor één en buurman + vrouw blijven verbijsterd achter en nemen de conclusie dat ze nooit meer een partnerruil gaan doen.
Eind goed al goed, en wij mogen eindelijk naar huis.

Liefs,
Bo

ps. Wisten jullie dat 50% van de Franse jongeren denkt dat Michael Jackson helemaal niet dood is, maar zich ergens verstop?!
pps. En dat Fransen over het algemeen denken dat verbrande toastjes en dergelijke GOED zijn voor de gezondheid?!

maandag 5 maart 2012

Op bezoek bij Luisa

Om te beginnen zal ik even zeggen dat ik niet van plan ben ook maar één dag eerder terug te komen dan de geplande datum (29 juni), want zo hadden sommigen onder jullie mijn vorige blog opgevat. Het was misschien niet de vrolijkste blog die ik ooit geschreven heb, maar het had niks te maken met mijn Brioche-etende leventje hier (waar ik nog helemaal geen afscheid van wil nemen)!
Maar goed, ik zal jullie vertellen over de afgelopen drie dagen. Die waren namelijk geweldig!
Donderdagavond, 18u45, zou ik de bus nemen in Parthenay (2,5 uur tot aan Nantes). Om 18u40 arriveerden ik en gastvader bij het station van Parthenay (waar geen treinen meer reiden, er is nog wel een ticketverkoopster voor de bussen: een jong meisje die zeer gefrustreerd en boos is, zou ik ook zijn als ik haar was). In het half donker zagen we twee bussen vertrekken en een bus -niet richting Nantes- in een verlaten uithoek van het stationspleintje staan. De weg -zeer donker en verlaten- toonde geen enkel spoor van een aankomende bus. Mijn gastvader rende met zwaaiende armen achter de laatst vertrekkende bus aan die stopte en de deuren open deed. De bus naar Nantes? Net vertrokken, we konden hem nog wel achterna rijden tot de volgende halte, aldus de buschauffeur.
Vloekend en tierend in de auto, welke bus vertrek er nou vijf minuten te vroeg? Over het kwartiertje tot de volgende halte deden we ruim twintig minuten omdat we achter een ongelofelijk slome vrachtwagen zaten -en de wegen rond Parthenay hebben geen vier rijstroken-. De tweede halte was in een dorpje zo groot als onze straat in Amsterdam, met een in elkaar gevallen bushokje zonder enige verlichting: geen bus te bekennen. Nog één halte dan, ruim 35 minuten verderop in een wat groter dorp. Dit keer kwamen we zeker tien minuten voor de stoptijd van de bus aan, en bovendien stonden er meer mensen voor de bus naar Nantes, dus we konden hem niet gemist hebben.
Na ruim twintig minuten wachten bleek dat de bus te laat was, en bij Parthenay nog helemaal niet gestopt was toen wij er vertrokken.
Maar goed, ik in de bus: op naar Nantes.
In Nantes zouden Luisa, meisje uit Berlijn bij wie ik het weekend zou doorbrengen, en haar gastmoeder me ophalen (en dan met de auto een uurtje tot aan hun woonplaats Redon).
Redon is een klein gehucht (20.000 inwoners, waarvan de helft scholieren) tussen Nantes en Rennes in. Een typisch Bretons mini haventje, waar de inwoners allemaal een grote pot karamel snoepjes in de keuken hebben en elke week Beurre-salé crêpes eten.
Tot mijn grote verbazing was er een bioscoop met vier zalen (in Parthenay 2 waarvan er een ongeveer twintig stoelen heeft), een zwembad met buitenbad en een mediatheek met twee verdiepingen. Bovendien is er een winkelstraat met zeker tien kledingwinkeltjes, en er zijn vier of vijf supermarkten.
Vergeleken met Parthenay een wereld van verschil.
Vrijdagochtend gaf Luisa me een rondleiding in Redon en liet ze me haar school zien: een enorm, eeuwenoud klooster met krakende, uitgeholde houten trappen en een galerij om prachtige binnentuin heen. 's Middags gingen met naar Rennes (een uurtje met de auto) om haar zestienjarige gastzus op te halen die in de binnenstad in een internaat zit (de school daar heeft een een of andere duitse optie die andere scholen niet hebben).
We gingen een uurtje voor de school uit was zodat Luisa's gastmoeder ons een het centrum van Rennes kon laten zien. Rennes is net een mini Parijs: dezelfde architectuur, dezelfde klassieke inrichting van de winkeltjes, dezelfde stadsparkjes en inwoners. Een Parijs in het klein, en een stuk rustiger.
Het internaat van Luisa's gastzus is duidelijk een school voor de rijkere klasse (het in ongelofelijk hoe overduidelijk sociale verschillen hier zijn!). Het internaat is een enorm gebouw met torentjes aan de zijkanten, op een heuvel in Rennes (volgens mij weer een oud klooster-achtig iets). Voor de school drentelen jongetjes van een jaar of dertien (!) met geruite blazertjes, groene jagersjassen, leren dokters tassen en net iets te puntige schoenen. De meisjes hebben allemaal Longchamp tasjes om hun arm bungelen, stijl gekamde haartjes, keurige jurkjes en overdreven getuite lipjes.
Luisa en ik kijken elkaar met grote ogen aan als twee tienjarige meisjes gearmd de schoolpoort uitkomen: zonnebrillen op hun neus, kin in de lucht lopen ze als twee oude dames de straat uit.
En dan zeggen we in Nederland dat Franse kinderen veel meer tijd hebben om 'kind' te zijn.

Zaterdagochtend ontbijten Luisa en ik met Ben&Jerry's, omdat we daar allebei zeer veel behoefte aan hebben (Fransen hebben geen idee wat dat is, het is vast te Amerikaans voor ze).
We lezen de Franse Phosphore, een jongerenblad waar Luisa van haar drie oudste gastbroers en zus een abonnement op heeft gekregen voor kerst, en besluiten dat we er ook een abonnement op nemen als we terug naar huis gaan, om ons Frans niet te verleren. Na de lunch -Tarte au Poireaux (we ontdekken verrast dat dat voor ons allebei ons nieuwe favoriete gerecht is sinds we in Frankrijk zijn)- bakken we Chocolate Chip Cookies (60 stuks, elke groter dan de palm van mijn hand) en daarna gaan we naar het Redonse zwembad waar we naar 40 minten weer weg moeten omdat het dicht gaat.
's Avonds eten we crêpes én galettes, en we kijken The Voice, dat dit seizoen voor het eerst in Frankrijk en Duitsland op de televisie is. Om televisie te kijken moeten we de hele woonkamer verbouwen want de televisie staat normaal verstopt achter een plant (de familie houd niet van televisie kijken, met hun vijf kinderen spelen ze elke avond spelletjes of ze lezen de krant).
Eerlijk gezegd vond ik dat wel fijn, want bij de Coutantjes staat de televisie heel vaak aan 'als achtergrond geluid', iets waar ik pas na zes maanden een beetje aan gewend begin te raken.
Zondag is de échte voedseldag.
De gastmoeder maakt salade, een enorme bak frietjes (de lekkerste die ik óóit gegeten heb) met franse rôti porc (plakjes zeer rood vlees). Omdat we als toetjes een énorme Citroen-Meringue taart hebben, chocolade macarons én onze mega-Chocolate Chip cookies, verwacht ik dat na het hoofdgerecht het toetje (/de toetjes) komt (komen). Maar een lunch zonder kaas/yoghurt en fruit bestaat niet, dus voordat we bij het toetje aankomen (iets waar een familie een week van kan eten) word ik nog vol gestopt met het huisgemaakte (overheerlijke) brood en zelfgemaakte (heel lekkere) yoghurt.
Voordat we terug naar Nantes gaan om mij op de bus te zetten, word mijn bagage volgestopt met macarons, koekjes en een heel (!) brood. Zodat ik geen honger heb voor onderweg...
We gaan wat eerder naar Nantes dan nodig, met stadsplattegrond en gastvader, om nog een klein wandeltje richting een een of ander Renaissance-kasteel te maken.
Vanaf de muur van het kasteel kunnen we het huis zien waar de "Petit-Beure" van LU zijn uitgevonden (de beroemde koffie-koekjes van LU, met van die postzegel rantjes: https://www.google.com/search?q=petit+beurre&oe=utf-8&rls=org.mozilla:nl:official&client=firefox-a&um=1&ie=UTF-8&hl=nl&tbm=isch&source=og&sa=N&tab=wi&ei=tJ1UT5KzBsOo0QXDgtHtCw&biw=1366&bih=664&sei=uZ1UT7bGHObH0QWq-LH9Cw ).
Wat ik van Nantes gezien heb, vond ik een stuk minder leuk dan Rennes. De haven is te modern, de boten te groot, teveel kantoren en trams die eruit zien als ruimteschotels.
Gek dat op zo'n kleine afstand het verschil zo groot kan zijn! Hoewel Nantes toch ook mooi moet zijn, van wat ik gehoord heb.

Al met al een geweldig weekend, waarin ik heb gezien dat in de Franse manier van leven er meer overeenkomsten zijn dan verschillen, zélfs als de families totaal niet op elkaar lijken (de sla-saus zat in dezelfde beker, de wortels worden op éxact dezelfde manier bereid, de manier van praten verschilt op geen enkel punt, terwijl Luisa's familie behoorlijk katholiek is en de Coutantjes over de grond rollen van het lachen als ze horen dat de gastzussen van Luisa in de kerk gaan zingen).
Ik hoop dat Luisa snel hierheen komt, of dat ik nog een keer naar Redon kan, maar het is lastig omdat we nooit dezelfde vakanties hebben (dit keer had Luisa vrijdag vrij genomen zodat we een lang weekend hadden).
Want het lijkt me leuk om haar het slaperige Parthenay te laten zien, en dat ook ons een zwembad een glijbaan heeft!

Liefs,
Bo

zondag 26 februari 2012

Freedom

"We leven in een vrij land" is een veel gebruikte zin in Nederland. Als reden om maar van alles en nog wat te kunnen zeggen en doen, als excuus, als argument, als motto. Iedereen heeft het wel een keer gezegd.
Nederland ís ook een heel vrij land. En dat niet alleen. Vrij, open, makkelijk en vooral veilig.
Wat we eigenlijk allemaal wel weten, is nooit helemaal tot me door gedrongen. Het spreekt voor zich dat je op je twaalfde alleen naar huis kan fietsen als het donker is. "Als je je fietslichtje maar niet vergeet" is een bezorgde-moeder-zin die vaker word gebruikt dan "laat je niet verkrachten door een drugsdealer".
Het is normaal dat we met zestien jaar na een feestje zelf naar huis komen, "als we maar met een vriendin fietsen".
Het dringt pas tot je door, als het niet meer kan.
Na school, maken leerlingen hier nóóit samen huiswerk, welke leeftijd ze ook hebben. Ze drinken nóóit samen koffie, ze eten nooit bij elkaar thuis en ze vertrekken nooit op een donderdag na het eten met de mededeling dat ze morgen toch het eerste uur vrij hebben.
Ik trok in het begin meteen de conclusie dat dat door de lange schooldagen en de serieuze toekomstvisie komt. Maar daar ligt het niet aan. Het is het gebrek aan zelfstandigheid die maakt dat iedereen zich verveelt. En dat gebrek aan zelfstandigheid komt niet alleen doordat het hier gewoon belachelijk klein is en er geen openbaar vervoer in de wijde omgeving te bekennen is, het is vooral de mentaliteit die maakt dat kinderen er niet eens aan durven te denken om op klaar lichte dag vijftien minuten te lopen naar het huis van een vriendin als pappa een keer niet klaar staat met de auto.
Hoe kan je na half zes bij iemand een uurtje huiswerk maken, als je een uur moet lopen wanneer er niemand is om je met de auto te brengen? Hoe kan je op zaterdagavond ergens blijven eten, als er geen tram is om je mee terug te nemen? Hoe kan je koffie drinken, als je ouders je geen drie euro toevertrouwen?
Naar mijn idee hebben jongeren hier geen enkele vrijheid: lichamelijk niet, en mentaal niet. Maar realistisch gezien, behoord Frankrijk natuurlijk bij de meest vrije landen ter wereld.
Ik moet er niet aan denken hoe het in andere landen dan wel niet zal zijn, want de "mentale vrijheid" missen de Franse jongeren misschien niet bewust, maar die uit zich wel degelijk. Op mijn school ben ik absoluut een van de meest apart geklede verschijningen (een meísje met vans! en dan die harry-potter bril, die heeft ook de hele klas een keer moeten proberen, zo bijzonder) en ik heb veruit de grootste mond (kan je het je voorstellen? IK!).
Om eerlijk te zijn, heb ik totaal genoeg van de plattelandse-overbezorgdheid en het eeuwig en altijd "respect hebben". Ik vind er niks respectvols aan om je onzin-verkopende leraar niet te verbeteren, om op te staan als je leraar binnenkomt.
Ik vind het doodgewoon ouderwets. En daarom ben ik niet meteen onbeleefd, ik ben gewoon eerlijk.
Ik ben een echt Amsterdams Stadskind,
en daar is niks mis mee.

Liefs,
Bo

ps. Ik ben niet tegen beleefdheid (integendeel, er zijn heel wat amsterdamse jongeren die een voorbeeld zouden kunnen nemen aan de franse rust en vrede!), maar ik denk dat je op de Franse manier heel wat creatieve zieltjes en slimmeriken de kop in drukt, en dat vind ik zonde.

vrijdag 24 februari 2012

Vakantie!

Eindelijk vakantie. Ik zat er al weken op te wachten want die schooldagen van 8 tot half 6, waarvan ik zeker 15% uit het raam kijk, 20% poppetjes teken, 15% de leraren verbeter -in mijn hoofd- (franse lerares verkopen zó veel onzin), 15% aan eten en het einde van de dag denk, 15% spelletjes speel op de rekenmachine van een mega-nerd uit mijn klas en 20% mee doe met de les, ik had er echt genoeg van. Ik probeerde niet zo erg aan die gedachte toe te geven (onbewust bescherm je jezelf tegen een mentale instorting -mag ik even een klein beetje overdrijven?- door te doen alsof het allemaal wel mee valt), maar nu het dan eindelijk vakantie is durf ik toe te geven dat ik hevig naar een SE'tje wiskunde toe verlang. Dan hoef ik me iniedergeval niet bezig te houden met het verlies van hersencellen (ja, dit word weer zo'n kritiekblog).
Ik ben er nog steeds niet over uit wat nou precies het probleem is hier op school, maar dát er een probleem is is zeker.
En ik begin me zo langzamerhand een beetje zorgen te maken want als ze zo door blijven gaan in Frankrijk, zal het niet lang duren tot de straatkindjes uit China beter opgeleid zijn dan hier. Vandaag bijvoorbeeld tijdens ECJS (ben er nog steeds niet over uit wat dat voor vak is), hadden we een debat over kinderarbeid. We hebben er vier maanden aan gewerkt en de enige conclusie die we hebben getrokken is... Nou niks eigenlijk. We hebben tenslotte gedebatteerd tegen mensen die het met ons eens waren, dus dan kom je niet ver. Aangezien we natuurlijk allemaal tegen kinderarbeid waren, en de leraar had bedacht niemand "voor" te laten zijn, moesten we dan maar argumenten "uitwisselen".
'Nou gewoon,' begon het eerste groepje. Gewoon wat? Vroeg de leraar. 'Kinderarbeid is slecht, weetjewel.' Ja dat wist 'ie wel. Een paar voorbeelden? 'Prostitutie, mijnen, kleren maken.' Heel goed, hadden ze goed gedaan. Nu het andere groepje, wij dus.
Aangezien Lucie meteen het woord nam, en ik met mijn ogen dicht half in de zon stond (Zon! Na al die dagen onder nul! Daar moest ik even van genieten hoor), miste ik onze eerste argumenten, maar dat gaf niet want zelfs een baby kon dit gespreks-tempo bij houden.
Vervolgens mocht de klas argumenten inbrengen. Een meisje, die dacht een beetje pit in het debat te brengen, stak enthousiast haar vinger op. 'Ik ben vóór kinderarbeid! Iemand moet tenslotte onze kleren voor een lage prijs maken, anders vind ik het veel te duur.' De klas staarde haar met grote ogen aan, was ze nou serieus? Nee natuurlijk niet. 'Er moet toch iemand zeggen dat hij vóór is?! Anders zitten we hier maar niks te doen!' Ja nou, daar had ze wel gelijk in. Niet iedereen snapte dat, dus nadat we daar tien minuten over discuseerden kwamen we dan eindelijk bij de conclusie van het debat. Een jongen had de taak gekregen om alle argumenten te noteren, hij had ijverig twee a4-tjes volg gepend (vraag me niet hoe! Ik had niet eens twee zinnen kunnen maken). Hij herhaalde wat stompzinnige dingen zoals "kinderarbeid komt in de hele wereld voor" en nog een paar zeer interresante weetjes -terwijl ik lekker van het lentezonnetje genoot- tot we eindelijk mochten gaan zitten om tot het volgende debat -de nieuwe rookwet- over te gaan.
4 maanden van het vak ECJS afgesloten, nog 4 te gaan. Ik ben benieuwd naar ons volgende thema... Is het mogelijk om nog meer onzin te produceren? Ik zal het proberen, en over vier maanden doe ik verslag. Als ik dan tenminste nog hersencellen over heb...

Liefs,
Bo

vrijdag 10 februari 2012

Sneeuw

Sneeuw. Ein-de-lijk.
Het is al weken -10 en ik werd de laatste dagen overspoeld met foto's van mijn Nederlandse vrienden en familie op de schaats. Natuurijs, natuurijs, natuurijs. En dan ook nog dát, waar ik al jaren op wacht: bevroren grachten in mijn hometown Amsterdam. Eindelijk is er de mogelijkheid om die 100 meter van school naar huis te schaatsen, en dan zit ik in anti-schaatsland Frankrijk.
Behalve ijs, leek Amsterdam ook wel winterwondeland met al die witte bruggetjes en besneeuwde daken. En ik weet wel dat vele Amsterdammers daar helemaal niet op zaten te wachten -en ik zou de kou misschien ook wel wat minder aangenaam vinden als ik nog in Amsterdam zat-, maar ik wilde al dagen dat er in West-Frankrijk ook een een laagje sneeuw zou neer dalen.
En vorige week zondag sneeuwde het dan eindelijk!
Het was wel is waar hooguit vijf centimeter, ik was zielsgelukkig.
Ik was vergeten hoe geweldig het is, als je op zaterdagochtend je bed uit komt, de typisch Franse luiken van ons huis open klapt en de zon extra fel je kamer in schijnt omdat de straat onder een laag sneeuw bedekt is. Adembenemend mooi is dat hier, omdat er in tegenstelling tot Amsterdam, nog geen auto door de straat had gereden en er dus geen spoortje vieze bruine prut te bekennen was.
Zelfs de echte zomerfreak zou hier met een zucht een paar minuten voor het raam kunnen blijven staan.
Ik ben gewend dat op de eerste dag sneeuw van het jaar, iedereen enthousiast naar buiten gaat om een sneeuwballengevecht te houden of met elkaar gezellig chocolademelk gaat drinken. En naar school gaan de echte bikkels nog gewoon op de fiets. Of lopend, maar we komen wel.
Fransen daarentegen... Je kan je niet voorstellen wat een watjes dat zijn.
Die zaterdagochtend stroomde facebook vol met klaagstatussen, en liep mijn twitter timeline vast met haat-tweets over dat verdomde laagje sneeuw dat toch al bijna weg was (terwijl de Nederlanders vrolijk koek-en-zopie foto's bleven posten).
Die maandagochtend (de sneeuw was toch blijven liggen) ging ik opgewekt naar school met het idee dat iedereen opgewonden over de sneeuw zou praten en een stelletje wilde kinderen het eerste sneeuwballengevecht op school zouden starten, nog voor de dag goed en wel begonnen was -in Amsterdam ontkom je er niet aan om op zijn minst één keer ingepeperd te worden-.
Maar toen ik aan kwam... trof ik een leeg schoolplein en een verlaten parkeerplaats.
Mijn klas was de volste van onze jaarlaag: tien leerlingen van de 32 (Franse klassen zitten heel erg vol).
De wegen waren zogenaamd te besneeuwd, maar ik wil de Fransen er graag aan herinneren dat wij hier in West-Frankrijk, een uurtje van de kust, zitten en niet in het Noord-Oosten waar een échte sneeuwstorm op kwam zetten.
De bussen reden niet meer want dat was zogenaamd te gevaarlijk en ook de internaat kinderen lieten het afweten. En ik zat daar maar, van 8 tot half 6, uit te kijken over dat besneeuwde schoolplein. Terwijl de leraren ons niks lieten doen omdat ze niet 'voor wilden lopen op de rest van de klas'.
Maandag ging tergend langzaam voorbij, dinsdag ook, woensdag en donderdag: en we deden níks. Tennis ging niet door want het was 'te koud' (moest ik vorig jaar niet twee uur hardlopen met handschoenen en een muts in een bevroren Amsterdams bos met mijn hockeyteam? De tennishal hier is nog overdekt ook...) en de leerlingen kwamen niet naar school terwijl de sneeuw langzaam weg smolt en ik er geen moment van heb kunnen genieten omdat ze van sneeuwvrij nog nooit gehoord hebben.
Waarom ik dan niet gewoon thuis bleef? In Nederland was ik natuurlijk nooit naar school gegaan, daar is het al genoeg om te zeggen dat je naar de tandarts moest, de hele week lang.
Maar hier werkt dat helaas anders. Ten eerste slepen we elk lesuur van de dag een stom, knalrood tasje mee met '2nde 2' (Seconde 2, mijn klas) erop geplakt. In dat knalrode tasje, "Le Melette", word elke keer genoteerd wie er afwezig zijn. Aan het einde van de dag leg je dat tasje in een speciale kast met voor elke klas een vakje, waarna de mensen van de "Vie Scolaire" voor iedere leerling de afwezigheid noteren. Vervolgens moet je voor íéder lesuur dat je er niet bent 2 (!) briefjes laten tekenen: één door je ouders en één door de school. Een van de twee laat je achter en de andere houd je zelf, geen idee waarom. Misschien voor mijn eigen afwezigheids-administratie?
Als je zo'n briefje niet inlevert, krijg je de school de eerstvolgende pauze op je dak (je word dan door de krakende, onverstaanbare intercom opgeroepen) en dan word je vervolgens afgekraakt in de "Vie Scolaire" door een overspannen schoolmedewerker met een knalrood hoofd. Waarom ze allemaal zo gestrest zijn als je zo'n briefje vergeet in te leveren? Geen idee.
Misschien zijn ze bang dat Sarkozy hun rommelige administratie opmerkt en hun lonen nóg een beetje omlaag schroeft.

Nederlanders... Wacht maar tot het zomer is, dan zal ik jullie eens laten zien wie er op de juiste plek zit!

Geniet met volle teugen van jullie winter
Liefs,
Bo

ps. Ik was stiekem dolblij dat de Elfstedentocht niet door gaat...

donderdag 12 januari 2012

Communaute de Communes de Parthenay

Even een blog over mijn sportieve leventje hier (omdat daar zoveel naar gevraagd word). Of beter gezegd, mijn niet-sportieve leventje, want vergeleken met wat ik in Amsterdam deed doe ik hier echt niks. Tot vorige week dan.
In Amsterdam hockeyde ik natuurlijk 3x per week, als het in de vakanties al niet meer was. En om eerlijk te zijn had ik daar soms ook wel eens genoeg van, ik ben namelijk nogal wispelturig op sport gebied. Ik geloof dat ik in mijn hele leven op zeker tien sporten heb gezeten en hockey was dan ook een record (vijf jaar? ik weet het niet meer, zo lang. Voor mij dan).
De laatste maanden had ik alweer een nieuwe sport in mijn hoofd, kwam dat even goed uit: ik ging naar Frankrijk en bij terug keer kon ik makkelijk van sport wisselen. Zo had ik me dat voorgesteld. Maar, zoals misschien al duidelijk, zijn mijn wilde plannen vaak niet al te serieus (behalve in het geval van Frankrijk dan, tot shock van iedereen om me heen én mezelf, maar wat was dat een goed idee!). Natuurlijk wil ik niet stoppen met hockey als ik terug kom, hoe had ik me dat eigenlijk voorgesteld?! Dat kan bijna niet, als ik niet hockey, wat doe ik dan? Wie ben ik zonder conditie? Dat klinkt misschien een beetje gek, maar zo zie ik -en vele andere hockeyers- het wel.
Toen ik hier kwam was er natuurlijk in de verste verte geen hockeyclub te bekennen (al moet ik eerlijk bekennen dat ik vier maanden geleden misschien niet eens was gaan hockeyen als dat mogelijk was geweest. Let wel: nu zou ik daar absoluut niet over twijfelen, ik zou meteen lid worden), en dus kreeg ik toch de kans weer eens wat anders te gaan doen. Maar níét de sport die ik eigenlijk wilde (ik zeg niet wat, want dan kijkt iedereen me scheel aan als ik terug kom).
Ik had niet al te veel keus, de meest populaire sport (het Nationaal Kampioenschap van Frankrijk is hier, in het park van Parthenay, gehouden!) is triatlon en aangezien ik een hekel heb aan hardlopen (vre-se-lijk) en ik ik naar mijn idee een vreselijk slechte zwemmer ben (zelfs met al dat gehockey komt er geen grammetje spier in mijn armen, en dat is met zwemmen wel zo handig) viel dat af.
Handbal is ook niks voor mij, en boxen, karate, gymnastiek, paardrijden?! Laten we er niet over beginnen. En ik die dacht dat ik alle sporten leuk vond!
Ik wilde eens iets origineels en nieuws uitproberen... Maar dat is me niet gelukt. Tennis is het geworden, het spijt me als ik je teleurstel. Ik ken nog steeds de regels niet, en ik kan geen service, en tóch ga ik binnenkort mijn eerste wedstrijd spelen, een dubbel nog wel (heet dat zo?). Ik moet er nu nog niet aan denken, maar mijn teammaatje, die nu vier jaar tennist, kent ook nog steeds de regels niet dus ik sta er niet alleen voor. Mijn coach neemt ons over twee weken mee naar een professionele wedstrijd in Bressuire, onze tennisclub heeft een bus gehuurd voor alle leden die erheen willen en ik heb er nu al zin in.
Maar, zelfs al ben ik nu opeens een tennismeisje ('dat verschilt toch niet veel van een hockeymeisje?' Zullen veel mensen denken. Er daar hebben die mensen helemaal gelijk in, nou en?) ik vond dat anderhalf uurtje met zo'n racket zwaaien natuurlijk niet genoeg. En dus begon ik hard te lopen, binnen tien minuten ben je hier de bebouwde kom uit en loop je over het Franse platteland: prachtig. Maar vergeet niet: ik was daar aan het hardlopen. Dat is zo'n beetje het meest vreselijke wat ik me kan inbeelden van alle sporten die ik ooit geprobeerd heb (en dat zijn er dus vrij veel), dus echt plezier kreeg ik er niet in, helemaal niet eigenlijk.
Sinds vorige week zondag heb ik een abonnement bij het zwembad: een tien-uurs kaart die precies zes maanden geldig is. Perfect! Wat dat is precies de tijd dat ik mezelf nog moet bezig houden. Maar inmiddels ben ik precies vijf dagen verder en ben ik al drie keer geweest.
Om mezelf nog wat meer te doen te geven heb ik ook maar een abonnement bij de bibliotheek genomen, die op de jongeren afdeling minder boeken heeft dan de mediatheek op het MLA, maar goed. Ik was trouwens echt verbijsterd in die bieb: ik heb nog nooit zulke krakkemikkige IKEA-boekenkastjes in een een bibliotheek gezien (ze stonden écht op het punt om uit elkaar te vallen) en ik heb nog nooit boeken zó slordig door elkaar heen, over elkaar heen, op de grond en op stoelen zien liggen. Terug gebrachte boeken lagen werkelijk óveral en het pasjessysteem werkt echt totaal niet (ik had twee dagen daarvoor het pasje bij het zwembad opgehaald en me ingeschreven, en dat is hetzelfde pasje bij de bibliotheek, maar ik stond niet meer in het bestand. Dus hebben ze me nog maar een keer ingeschreven maar ik heb nog steeds maar 1 pasje dus ik snap er niks van).
In ieder geval is de bibliothecaresse een hele lieve vrouw die me meteen alle hoeken van haar bibliotheekje liet zien, overal dingen aanwees (ik denk dat ze de enige is die het systeem snapt, volgens mij zijn ze gewoon naar haar smaak ingedeeld) en met tientallen boeken aan kwam zetten (terwijl ik, logisch, wilde beginnen met 1, hooguit 2 boeken).
En ik zal het vast duidelijk maken: ik ga nu al liever naar dit bibliotheekje, waar de boeken geel zijn en de kasten ook, waar één computer staat die nauwelijks werkt en zo dik is als een koelkast, waar de pasjes het niet doen en waar ze ouderwets stempelen, waar je altijd de bibliothecaresse voor je alleen hebt, evenals de gehele bibliotheek, waar de boeken ondersteboven, omgekeerd, opgestapeld en scheef in de kast staan, waar geen officiële plek is om je boeken terug te brengen... Dan naar onze supersonische OBA (waar honderden computers staan die áltijd bezet zijn, waar je geen m&m's mag eten terwijl je leert maar naar het restaurant moet terwijl je alleen maar een paar m&m's wil, waar de poortjes tegen diefstal zo staan opgesteld dat je niet met je nog ondergehuurde boeken naar een andere verdieping kan, waar de wc's geld kosten terwijl jij als arme student alleen je flesje water wil vullen, waar je gigantisch veel boete hebt omdat je vijf boeken een weekje te laat inlevert, waar de toeristen altijd voor je voeten lopen, waar veel te veel boeken zijn maar degene die je wil altijd uitgeleend zijn...)

Moge het duidelijk zijn dat de stadse ik langzaam plaats maakt voor een nieuwe ik waarvan ik nooit had gedacht dat die überhaupt zou kunnen bestaan, een ik die een klein beetje affectie begint te voelen jegens het romantische Franse dorp.

Liefs, Bo

zondag 8 januari 2012

De eerste schoolweek in 2012

Ik beschuldig mezelf er al dagen van dat ik mijn bloglezers niet regelmatig genoeg wat leesvoer geef, en toch doe ik er niks aan.
Na een heel weekend huiswerk uitstellen, heb ik mezelf gedwongen om een beslissing te maken: of huiswerk, of iets anders nuttigs. Als dat andere nuttige dan een stukje voor mijn blog is, is de keuze snel gemaakt.
Maar ja... Als ik nou écht iets heel interessants had meegemaakt, had ik daar natuurlijk allang over geschreven. Dus waar schrijf je over, als je Franse leven nog steeds je Franse leven is, en je meningen en gedachten geen spat veranderen vergeleken met je aankomst in Frankrijk, aangezien ik uit de Go familie kom, een familie waar eigenwijsheid en koppigheid niet zeldzaam zijn.
Een gezellig weekoverzichtje kan nooit kwaad, maar ik zal wel weer eindigen met alles wat Frans is zwaar te bekritiseren en plat te stampen, vergeef me. Ik ben nou eenmaal kritisch (ook een Go gen, of gewoon een opvoedingsfoutje), maar Fransen: vat het niet persoonlijk op.
Maandag 2 januari had ik nog een extra vakantie dagje, wel zo aardig als je op de ochtend van 1 januari net een Frans Oud-en-Nieuw achter de rug hebt. Laat ik daar maar niet al te veel over uit wijden, dan zouden de moedergevoelens van zowel mijn moeder als de rest van de familie wel eens hoog op kunnen gaan spelen.
Dinsdag dus, de "Grande Rentrée", die begon met een nieuw blok van "AP" (accompagnement personel, net zo nutteloos als het klinkt) met voor het komende trimester een uur Poëzie (derde keuze op mijn lijstje) en een uur Frans-extra (niet 1e keus, noch tweede keus). Poëzie viel nog best mee, ik had met Mélanie vrij veel plezier (in onze gedichten kwamen zinnen voor als "De kerstman, is een champignon die huilt" en "Feesten, dat is een iets noodzakelijks en nuttigs", vraag me niet hoe we hier op kwamen) maar Frans-extra... Tja, als ik de ingrediënten van Turkse sushi in het Russisch had gelezen, had ik misschien nog meer geleerd. Daar ben ik eigenlijk wel zeker van.
Gelukkig mis ik niks als ik tijdens Frans-Extra mijn etui voor de honderdste keer opnieuw inruim, want ik heb in 2 dagen een frans boekje van 108 bladzijden gelezen (met behulp van de Dikke van Dale die pappa vlak voor vertrek op mijn computer heeft geïnstalleerd, dat wel). En het is niet eens een boekje voor twaalfjarigen over de zogenaamde Olsen-twins (waar ik een maand geleden nog mee op de bank zat nadat Juliette me een paar van haar kinderboeken had overhandigd), maar een heus Frans literatuur-geval (iets over zogenaamde Kannibalen op een koloniale tentoonstelling in het Parijs van 1931, ik vond er niks aan)!
Dus die Franse school kan echt de pot op, ik leer het mezelf zelf te doen (montessoriaans hè pap?).
Donderdag was het skype-time met mijn ouders en zusje, die vakantie vierden in het land dat tot nu toe altijd bekend stond (voor mij dan) als het land van vieze worst, dikke mannen en kuuroorden, maar dat sinds afgelopen vrijdag een kleine bekendheid heeft gekregen in de schaatswereld en daardoor ook een beetje meer waardering bij mij: Hongarije, Boedapest om precies te zijn.
Mijn ouders konden me vertellen dat ze naar het EK allround schaatsen zouden gaan, naast mijn favoriete kuurbad het Széchenyi. Een romantisch buitenbaantje in échte kou met weer en wind. Inclusief vieze worsten en gluhwein.
"Maak je geen zorgen, ik heb net een nieuwe camera, ik zal veel foto's nemen," beloofde mijn moeder. Maar die was helaas even vergeten dat, hoe modern de technieken van vandaag ook zijn, de batterijen nog steeds opgeladen moeten worden.
Geen EK, en geen foto's (op eentje na, van mijn vader met Claudia Pechstein, GÊNANT). Alleen een berg nog-steeds-niet-gemaakt Frans huiswerk.
En die ligt er vandaag de dag nog steeds, dus het word tijd dat ik mijn laatste uurtjes van het weekend toch echt eens wat ga doen.

Liefs, Bo.