Het spijt me, een blog over het YES-camp is er niet gekomen. En om eerlijk te zijn kan ik er niet veel meer over zeggen dan dat het geweldig was (en als je wil weten wat er dan zo geweldig was… Dan moet je zelf maar een jaartje weg gaan)!
Beter kan ik het nu hebben over mijn thuis komst, zelfs al is óók dat alweer een tijdje geleden.
Toen ik aankwam in - waar was het ook alweer… Apeldoorn? Arnhem? Almere? Geen van de drie volgens mij, maakt ook niet uit… (ik weet nog dat er een gele NS-trein voorbij kwam en dat iedereen wilde kijken, en zich tegen de raampjes aandrukte toen er een groepje fietsers op omafietsen voorbij kwam) - kon ik niet stoppen met praten, ik ratelde maar door. Zo ging het ook de dag erna, en de dag daarna. Ik kreeg niet meer slaap dan drie uur per nacht maar ik raakte maar niet uitgeput (ten minste, dat dacht ik). Ik merkte wel dat ik een beetje stond te trillen op mijn benen, en dat ik bijna niet at, maar ik leefde in mijn eigen utopische wereldje waarin alles geweldig was, waarin Amsterdam leuker was dan ooit en waarin ik precies kon doen waar ik zin in had zonder me af te hoeven vragen of iemand me met de auto kon brengen, of er überhaupt wel iets te doen was. De moeheid drong niet tot me door en ik had een ongeremde motivatie om elke dag van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat van het stadsleventje te profiteren.
Tot dag vier aanbrak en ik helemaal instortte. Gelukkig ging het na heel veel slaap meteen weer prima, maar ik besefte wel dat ik niet meer alles tegelijk kon doen en het echt wat handiger moest aanpakken. Toch heb ik me –ondanks de regen- er niet van weer houden Amsterdam volledig eigen te maken door er urenlang doorheen te fietsen, om vervolgens te besluiten dat dit toch wel echt voor eeuwig mijn thuisbasis blijft (en dat ik nooit meer voor langere tijd weg ga).
Ik heb nooit, maar dan ook nooit, spijt gehad van mijn jaar in Frankrijk. Ik heb nooit overwogen om eerder terug te gaan, nooit gedacht “waarom dóé ik dit?”, maar dit hele jaar ben ik toch wel doorgekomen met het idee dat dit ‘in ieder geval maar voor een jaartje is’.
Ik dacht met een open blik op de wereld terug te komen, maar –en dat is het geval bij velen uitwisselingsstudenten, lees: vrijwel iedereen- mensen die weg zijn geweest vergeten vaak te zeggen dat je als je terug komt je veel en veel meer van je thuisland bent gaan houden.
Maar, ookal ben ik nog zo Amsterdam-liefhebber, na twee weekjes heb ik het wel weer gezien: morgen vertrek ik alweer.
Hele fijne vakantie, blogs volgen (beloofd)!
Liefs liefs,
Bo
Ps. Ik voel me nog steeds een beetje Frans af en toe: toen ik naar de film ging irriteerde ik me eraan hoe mensen “De Rouille et d’Os” uitspreken, als ik droom gaat het nog steeds half in het frans en als ik een normaal gesprek voer wil het wel eens voorkomen dat ik Franse woordjes in moet slikken of mijn zinnen moet herformuleren voor mensen het begrijpen (al was is dat nu een stuk minder erg dan anderhalve week geleden).
Bo's blog
Zoeken
dinsdag 17 juli 2012
donderdag 5 juli 2012
Knikkende knieën en klamme handjes
Een beetje een verouderde blog geschreven op 28 juni, 2012. In de trein.
Mijn laatste blog begon ik met te zeggen dat het een van mijn laatste blogs in Frankrijk zou zijn. Vanochtend werd ik wakker en begon ik eindelijk langzaam aan te realiseren dat het vandaag écht écht de laatste dag zou zijn.
Dus, zoals beloofd, nog een aller laatste blog vanuit Frankrijk. Ik schrijf hem in de trein op weg naar Parijs en het typen gaat moeilijker dan gedacht. Ik heb toch een beetje trillerige handjes. Ik heb vandaag al drie keer afscheid genomen, het begon vanochtend toen Juliette om tien over acht op mijn deur klopte. Ik was voor de zoveelste keer deze week door mijn wekker heen geslapen (ik weet niet wat het is maar het overkomt me de afgelopen tijd bijna elke twee dagen, vermoeidheid?), en aangezien Juliette vandaag de belangrijkste toets van ‘College’ had, die je toelaat tot het Lycée, moest ik ook om zeven uur opstaan om gedag te zeggen en geluk te wensen. Behalve dat ik dus niet om zeven uur opstond. Gelukkig maakte me Juliette toch wakker voordat ze vertrok.
Huilbui nummer 1.
Vervolgens moest ik razendsnel douchen en de laatste dingen –waaronder 1 kg Nutella, cadeautje van de buurman- in mijn tas proppen voordat een groepje vrienden voor de deur stond.
Eerst dwongen ze me mijn Nederlandse adres op vijf verschillende blaadjes te schrijven, vervolgens moest mijn Nederlandse mobiel- en huis-telefoonnummer er nog bij.
Daarna –na een beetje gesmoes en gefluister- kwam er een grijs tasje tevoorschijn, waaruit een paars zakje uit kwam, waar een wit doosje uit kwam… waar een prachtig zilveren armbandje op een donzig bedje lag te glinsteren.
Huilbui nummer 2.
’s Middags maakte ik een berg broodjes (“jammer dat je laatste maaltijd in Frankrijk uit broodjes bestaat, dat hoort niet”) voor onderweg en werden echt de aller aller laatste dingen in gepakt, de tas die de dag van tevoren nog best een beetje ruimte had (dacht ik toen nog trots) kon opeens niet meer dicht. Maar daar heb ik gelukkig al ervaring mee, en als je de tas op zijn zij ligt en er met z’n tweeën op gaat zitten helpt dat een heleboel.
Om drie uur kwam Daniël terug van z’n werk om Michou, Alicia, vriendin/kind-aan-huis Calypso en mijzelf met de auto naar Poitiers te brengen. Sms’je naar Juliette, tranen nummer 3.
Eindelijk in Poitiers aangekomen kreeg ik toch wel de eerste zenuwen, ik heb een enorme hekel aan treinen. Als klein kind uitte zich dat in huilbuien, maar aangezien ik vandaag al genoeg huil werden het knikkende knietjes en klamme handjes.
De trein komt binnen rijden en Daniel tilt mijn loei zware tas in de trein (op de heen weg kreeg ik hem zelf nog van de grond, maar vandaag kan ik hem nauwelijks vooruit ríjden… Spierpercentage afgenomen? Of toch die pot Nutella teveel? Misschien allebei…).
Huilbui nummer 4. Deze deed me ernstig veel denken aan die dag, tien maanden geleden (1 september om precies te zijn), toen ik ook zo gebukt door het treinraampje keek terwijl de tassen om mee heen stonden en mensen achter me die ongeduldig brommen tot ze rode ogen zien.
Toen zag ik ook mijn familie op het perron staan, ongemakkelijk zwaaiend en een beetje angstig (betrapt, Mama!).
Alleen was het toen een andere familie, ook de mijne weliswaar, maar een familie die ik over vier dagen op bijna dezelfde manier weer terug zal zien: gebukt door het treinraampje kijkende, tassen om mee heen, brommende mensen die misschien –wie weet, ik geloof dat tranen op den duur niet minder worden- ophouden als ze rode ogen zien.
Ik kom over 45 minuten aan op Gare Montparnasse, Parijs, waar een YFU vrijwilliger met mij Parijs doorkruist naar Gare de Lyon waar ik vanavond de nachtbus naar Werbellinsee, Berlijn neem samen met vele andere YFU’ers die nu allemaal waarschijnlijk net zo zenuwachtig -met knikkende knieën, klamme handen en rode ogen- in de trein zitten op weg naar wéér een nieuw avontuur: thuis komen.
Liefs,
Bo
ps. Een blog over YES-camp Werbellinsee volgt!
Mijn laatste blog begon ik met te zeggen dat het een van mijn laatste blogs in Frankrijk zou zijn. Vanochtend werd ik wakker en begon ik eindelijk langzaam aan te realiseren dat het vandaag écht écht de laatste dag zou zijn.
Dus, zoals beloofd, nog een aller laatste blog vanuit Frankrijk. Ik schrijf hem in de trein op weg naar Parijs en het typen gaat moeilijker dan gedacht. Ik heb toch een beetje trillerige handjes. Ik heb vandaag al drie keer afscheid genomen, het begon vanochtend toen Juliette om tien over acht op mijn deur klopte. Ik was voor de zoveelste keer deze week door mijn wekker heen geslapen (ik weet niet wat het is maar het overkomt me de afgelopen tijd bijna elke twee dagen, vermoeidheid?), en aangezien Juliette vandaag de belangrijkste toets van ‘College’ had, die je toelaat tot het Lycée, moest ik ook om zeven uur opstaan om gedag te zeggen en geluk te wensen. Behalve dat ik dus niet om zeven uur opstond. Gelukkig maakte me Juliette toch wakker voordat ze vertrok.
Huilbui nummer 1.
Vervolgens moest ik razendsnel douchen en de laatste dingen –waaronder 1 kg Nutella, cadeautje van de buurman- in mijn tas proppen voordat een groepje vrienden voor de deur stond.
Eerst dwongen ze me mijn Nederlandse adres op vijf verschillende blaadjes te schrijven, vervolgens moest mijn Nederlandse mobiel- en huis-telefoonnummer er nog bij.
Daarna –na een beetje gesmoes en gefluister- kwam er een grijs tasje tevoorschijn, waaruit een paars zakje uit kwam, waar een wit doosje uit kwam… waar een prachtig zilveren armbandje op een donzig bedje lag te glinsteren.
Huilbui nummer 2.
’s Middags maakte ik een berg broodjes (“jammer dat je laatste maaltijd in Frankrijk uit broodjes bestaat, dat hoort niet”) voor onderweg en werden echt de aller aller laatste dingen in gepakt, de tas die de dag van tevoren nog best een beetje ruimte had (dacht ik toen nog trots) kon opeens niet meer dicht. Maar daar heb ik gelukkig al ervaring mee, en als je de tas op zijn zij ligt en er met z’n tweeën op gaat zitten helpt dat een heleboel.
Om drie uur kwam Daniël terug van z’n werk om Michou, Alicia, vriendin/kind-aan-huis Calypso en mijzelf met de auto naar Poitiers te brengen. Sms’je naar Juliette, tranen nummer 3.
Eindelijk in Poitiers aangekomen kreeg ik toch wel de eerste zenuwen, ik heb een enorme hekel aan treinen. Als klein kind uitte zich dat in huilbuien, maar aangezien ik vandaag al genoeg huil werden het knikkende knietjes en klamme handjes.
De trein komt binnen rijden en Daniel tilt mijn loei zware tas in de trein (op de heen weg kreeg ik hem zelf nog van de grond, maar vandaag kan ik hem nauwelijks vooruit ríjden… Spierpercentage afgenomen? Of toch die pot Nutella teveel? Misschien allebei…).
Huilbui nummer 4. Deze deed me ernstig veel denken aan die dag, tien maanden geleden (1 september om precies te zijn), toen ik ook zo gebukt door het treinraampje keek terwijl de tassen om mee heen stonden en mensen achter me die ongeduldig brommen tot ze rode ogen zien.
Toen zag ik ook mijn familie op het perron staan, ongemakkelijk zwaaiend en een beetje angstig (betrapt, Mama!).
Alleen was het toen een andere familie, ook de mijne weliswaar, maar een familie die ik over vier dagen op bijna dezelfde manier weer terug zal zien: gebukt door het treinraampje kijkende, tassen om mee heen, brommende mensen die misschien –wie weet, ik geloof dat tranen op den duur niet minder worden- ophouden als ze rode ogen zien.
Ik kom over 45 minuten aan op Gare Montparnasse, Parijs, waar een YFU vrijwilliger met mij Parijs doorkruist naar Gare de Lyon waar ik vanavond de nachtbus naar Werbellinsee, Berlijn neem samen met vele andere YFU’ers die nu allemaal waarschijnlijk net zo zenuwachtig -met knikkende knieën, klamme handen en rode ogen- in de trein zitten op weg naar wéér een nieuw avontuur: thuis komen.
Liefs,
Bo
ps. Een blog over YES-camp Werbellinsee volgt!
zaterdag 16 juni 2012
De laatste 12
Ook al is dit pas de eerste zin van mijn blog van vandaag, ik moet toch even zeggen dat ik al zeker een kwartier aan het schrijven ben. Waar is dan dat stuk dat ik tijdens die vijftien minuten heb zitten tikken? Nou, die heb ik verwijderd want... het was geheel in het Frans. En ik had dat écht pas na een flinke alinea door.
Maar goed, nu dus even in het Nederlands (al zou het natuurlijk ook leuk zijn om in het Frans door te gaan).
Het einde van het jaar komt nu echt "gevaarlijk" dichtbij, gevaarlijk ja, want ik zie het toch vooral als iets negatiefs, hoewel er ontelbaar veel positieve dingen aan vast zitten.
Als iemand me vroeg wanneer ik eigenlijk terug naar Nederland ging, dan was het eerst: 'Aan het einde van het schooljaar', toen werd het 'in juli ofzo', vervolgens 'Ik heb nog drie maanden', en 'aan het einde van de maand, dus ik heb nog even hoor'...
Vandaag hoorde ik mezelf zeggen: 'Over twaalf dagen.'
Twaalf dagen.
Twaalf. Dagen.
Het echode nog even door, mijn hoofd vertaalde het nog even op drie manieren ('minder dan twee weken', 'douze jours', 'NU ECHT BIJNA') en toen drong het echt tot me door.
Mijn leven hier, is zo goed als over. Klinkt wel lekker dramatisch, maar eigenlijk is het dat ook.
Ik geloof dat ik voor deze wederkeer net zo zenuwachtig ben als voor mijn vertrek in Nederland, tien maanden geleden... Hoewel ik toen toch een heel ander gevoel had, zijn de zenuwen er niet minder om.
Als ik er even over nadenk wat ik wel niet allemaal achter laat... Gisteren nog, in de auto reden we langs mijn school -die mijn school niet meer is-, en kon ik het niet helpen dat ik dacht: 'ik zal nooit meer in die gangen lopen, naast de vreselijke met bijtjes beschilderde muur in de zon zitten, me vervelen in alle klaslokalen, mijn kantinepasje door de machine halen...'. En toen ik thuis kwam en dat knalgroene kantinepasje in mijn tas vond stond ik er even mee in mijn hand, niet wetende wat ik ermee moest doen.
Vervolgens kwam op de radio voor de honderdduizendste keer hetzelfde nummer voorbij dat ik ook hoorde toen ik in Poitiers een beetje verdwaald uit de trein kwam, tien maanden geleden, en in plaats van dat ik dacht 'Niet alwéér hetzelfde nummer, in Nederland wisselt het veel vaker' dacht ik 'Ik zal dit nummer nooit meer op de radio horen, daarvoor is hij in Nederland al veel te oud'.
Ik voelde me opeens een nostalgisch huilenbalkje, en ik kan me niet herinneren dat ik dat al was in september vorig jaar.
Trouwens, dat is niet het enige wat veranderd is. Volgens mij is zo'n beetje alles aan me veranderd, iets wat ik tot kort geleden nog niet besefte.
Laatst zei ik nog tegen mamma dat ik voor de honderdste keer naar de opticien moest voor mijn nieuwe zonnebril. 'Alleen?' vroeg mamma.
'Nee, met 25 achtertantes', zei ik spottend, 'Ja natuurlijk alleen.' (toegegeven, dat heb ik niet letterlijk gezegd). 'Nou,' zei mijn moeder, 'dat durfde je in Amsterdam nog niet hoor'. Dat was dan weer een beetje overdreven van moesje, zó verlegen was ik nou ook weer niet, maar waar het op neer komt is dat ik niet meer de oude ben. Al is dat natuurlijk ook in zekere zin het doel van een uitwisselingsjaar.
Dus, als ik ik een beetje raar reageer, of in ieder geval anders dan voorheen, dan moeten jullie dat maar voor lief nemen.
Of, als ik echt niet meer te harden ben, dan tik je me op mijn schouder en zeg je even: 'Bo, de oude zou dat niet doen hoor,' en dan zal ik vast heel snel de nuchtere, niet nostalgische, verlegen ik weer zijn.
Of niet. We zullen zien.
Tot snel, liefs,
Bo
Maar goed, nu dus even in het Nederlands (al zou het natuurlijk ook leuk zijn om in het Frans door te gaan).
Het einde van het jaar komt nu echt "gevaarlijk" dichtbij, gevaarlijk ja, want ik zie het toch vooral als iets negatiefs, hoewel er ontelbaar veel positieve dingen aan vast zitten.
Als iemand me vroeg wanneer ik eigenlijk terug naar Nederland ging, dan was het eerst: 'Aan het einde van het schooljaar', toen werd het 'in juli ofzo', vervolgens 'Ik heb nog drie maanden', en 'aan het einde van de maand, dus ik heb nog even hoor'...
Vandaag hoorde ik mezelf zeggen: 'Over twaalf dagen.'
Twaalf dagen.
Twaalf. Dagen.
Het echode nog even door, mijn hoofd vertaalde het nog even op drie manieren ('minder dan twee weken', 'douze jours', 'NU ECHT BIJNA') en toen drong het echt tot me door.
Mijn leven hier, is zo goed als over. Klinkt wel lekker dramatisch, maar eigenlijk is het dat ook.
Ik geloof dat ik voor deze wederkeer net zo zenuwachtig ben als voor mijn vertrek in Nederland, tien maanden geleden... Hoewel ik toen toch een heel ander gevoel had, zijn de zenuwen er niet minder om.
Als ik er even over nadenk wat ik wel niet allemaal achter laat... Gisteren nog, in de auto reden we langs mijn school -die mijn school niet meer is-, en kon ik het niet helpen dat ik dacht: 'ik zal nooit meer in die gangen lopen, naast de vreselijke met bijtjes beschilderde muur in de zon zitten, me vervelen in alle klaslokalen, mijn kantinepasje door de machine halen...'. En toen ik thuis kwam en dat knalgroene kantinepasje in mijn tas vond stond ik er even mee in mijn hand, niet wetende wat ik ermee moest doen.
Vervolgens kwam op de radio voor de honderdduizendste keer hetzelfde nummer voorbij dat ik ook hoorde toen ik in Poitiers een beetje verdwaald uit de trein kwam, tien maanden geleden, en in plaats van dat ik dacht 'Niet alwéér hetzelfde nummer, in Nederland wisselt het veel vaker' dacht ik 'Ik zal dit nummer nooit meer op de radio horen, daarvoor is hij in Nederland al veel te oud'.
Ik voelde me opeens een nostalgisch huilenbalkje, en ik kan me niet herinneren dat ik dat al was in september vorig jaar.
Trouwens, dat is niet het enige wat veranderd is. Volgens mij is zo'n beetje alles aan me veranderd, iets wat ik tot kort geleden nog niet besefte.
Laatst zei ik nog tegen mamma dat ik voor de honderdste keer naar de opticien moest voor mijn nieuwe zonnebril. 'Alleen?' vroeg mamma.
'Nee, met 25 achtertantes', zei ik spottend, 'Ja natuurlijk alleen.' (toegegeven, dat heb ik niet letterlijk gezegd). 'Nou,' zei mijn moeder, 'dat durfde je in Amsterdam nog niet hoor'. Dat was dan weer een beetje overdreven van moesje, zó verlegen was ik nou ook weer niet, maar waar het op neer komt is dat ik niet meer de oude ben. Al is dat natuurlijk ook in zekere zin het doel van een uitwisselingsjaar.
Dus, als ik ik een beetje raar reageer, of in ieder geval anders dan voorheen, dan moeten jullie dat maar voor lief nemen.
Of, als ik echt niet meer te harden ben, dan tik je me op mijn schouder en zeg je even: 'Bo, de oude zou dat niet doen hoor,' en dan zal ik vast heel snel de nuchtere, niet nostalgische, verlegen ik weer zijn.
Of niet. We zullen zien.
Tot snel, liefs,
Bo
maandag 11 juni 2012
Puy du Fou
Zaterdagochtend kwam Luisa (uit Berlijn, nu tussen Rennes en Nantes) aan in Parthenay voor een weekendje onder uitwisseligsstudenten (Debbie uit Mexico -nu in Niort- kwam 's avonds).
Ik had tien minuten om me aan te kleden en naar het station te rennen waar haar bus aankwam want mijn wekker was niet af gegaan en de avond er voor aten we bij vrienden (op zijn frans: 21u aperitief, 00u beginnen met eten, 4u 's ochtends naar huis).
Allebei doodop hebben we de hele middag staan bakken: nutella milkshakes, peren-kruimel prut met nutella, oreo cheesecake en grapefruit met gesmolten haribo aardbeien (vraag me niet hoe we daar op kwamen).
Toen Debbie 's avonds aankwam konden we alleen maar op de bank een film kijken, zonder te bewegen.
Ik heb haar niet eens Parthenay laten zien (doen we vandaag).
De volgende dag moesten we vroeg weg want we hadden een dagje Puy du Fou met mijn gastouders en Juliette op de planning staan. Het Puy du Fou is een thema-park met als de thema de geschiedenis, en aangezien ik noch pretpark-type noch geschiedenis fan ben had ik zo mijn twijfels.
Het Put du Fou is een van de grootsten van Europa en heeft de prijs beste park van de wereld gewonnen.
Het park bestaat vooral uit spektakels: voorstellingen met stunts en kostuums.
Wij hebben dat ook van voorstelling naar voorstelling gehold en ik moet toegeven dat het echt wel leuk was. En ik raad het zeker meer aan dan het Futuroscope.
De eerste voorstelling was in een énorm theater (overdekt, gelukkig want het regende zoals alleen een Zuid-Franse zomerbui kan zijn, ongelovelijk hard). Het begon met iemand in een overwelgdigend kostuum, vervolgens een spektakel van versierde mensen, acts, paarden, licht, bewegende decors, het podium dat onder water liep en dansers uit alle windstreken.
Vervolgens met regenponcho's en paraplu's door naar de volgende voorstelling: stunts met paarden, vuur op een kasteel, het kasteel die vervolgens in de grond verdween waarna een tweede wereld tevoorschijn kwam met nog meer vuur en een kudde schapen.
De derde voorstelling was er een over de vikingen, vrij spectaculair: een schip dat van achter de toeschouwers een heuvel afreed het water in, mensen die uit het water kwamen, een geheel schip dat in het water verdween met mensen en al en een toren die omviel terwijl het huizen in de fik stak.
Vervolgens was er een voorstelling met honderden soorten exotische vogels die vlak naast het publiek neer streken en vervazingwekkend goed getraint waren (want ze hadden makkelijk mijn hoofd eraf kunnen happen in plaats van stukken vlees naar een luchtballon te brengen. Al stonden er wel een paar sterke mannen in de buurt).
Ten slotte was er nog een voorstelling met de romijnen in een nagebouwd Colosseum, inclusief leeuwen, tijgers, struisvogels, gladiatoren, een hyiëna, ganzen en echte romeinse race-wagens met paarden (en nog veel meer).
Ik was totaal uitgeput aan het einde van de dag maar het was helemaal waard en ik ben zowaar een beetje meer geïnterreseerd geraakt in de geschiedenis en in vieze vogels.
Liefs,
Bo
Ps. Voor degenen die geïnteresseert zijn: ze hebben koptelefoons met nederlandse vertaling.
Ik had tien minuten om me aan te kleden en naar het station te rennen waar haar bus aankwam want mijn wekker was niet af gegaan en de avond er voor aten we bij vrienden (op zijn frans: 21u aperitief, 00u beginnen met eten, 4u 's ochtends naar huis).
Allebei doodop hebben we de hele middag staan bakken: nutella milkshakes, peren-kruimel prut met nutella, oreo cheesecake en grapefruit met gesmolten haribo aardbeien (vraag me niet hoe we daar op kwamen).
Toen Debbie 's avonds aankwam konden we alleen maar op de bank een film kijken, zonder te bewegen.
Ik heb haar niet eens Parthenay laten zien (doen we vandaag).
De volgende dag moesten we vroeg weg want we hadden een dagje Puy du Fou met mijn gastouders en Juliette op de planning staan. Het Puy du Fou is een thema-park met als de thema de geschiedenis, en aangezien ik noch pretpark-type noch geschiedenis fan ben had ik zo mijn twijfels.
Het Put du Fou is een van de grootsten van Europa en heeft de prijs beste park van de wereld gewonnen.
Het park bestaat vooral uit spektakels: voorstellingen met stunts en kostuums.
Wij hebben dat ook van voorstelling naar voorstelling gehold en ik moet toegeven dat het echt wel leuk was. En ik raad het zeker meer aan dan het Futuroscope.
De eerste voorstelling was in een énorm theater (overdekt, gelukkig want het regende zoals alleen een Zuid-Franse zomerbui kan zijn, ongelovelijk hard). Het begon met iemand in een overwelgdigend kostuum, vervolgens een spektakel van versierde mensen, acts, paarden, licht, bewegende decors, het podium dat onder water liep en dansers uit alle windstreken.
Vervolgens met regenponcho's en paraplu's door naar de volgende voorstelling: stunts met paarden, vuur op een kasteel, het kasteel die vervolgens in de grond verdween waarna een tweede wereld tevoorschijn kwam met nog meer vuur en een kudde schapen.
De derde voorstelling was er een over de vikingen, vrij spectaculair: een schip dat van achter de toeschouwers een heuvel afreed het water in, mensen die uit het water kwamen, een geheel schip dat in het water verdween met mensen en al en een toren die omviel terwijl het huizen in de fik stak.
Vervolgens was er een voorstelling met honderden soorten exotische vogels die vlak naast het publiek neer streken en vervazingwekkend goed getraint waren (want ze hadden makkelijk mijn hoofd eraf kunnen happen in plaats van stukken vlees naar een luchtballon te brengen. Al stonden er wel een paar sterke mannen in de buurt).
Ten slotte was er nog een voorstelling met de romijnen in een nagebouwd Colosseum, inclusief leeuwen, tijgers, struisvogels, gladiatoren, een hyiëna, ganzen en echte romeinse race-wagens met paarden (en nog veel meer).
Ik was totaal uitgeput aan het einde van de dag maar het was helemaal waard en ik ben zowaar een beetje meer geïnterreseerd geraakt in de geschiedenis en in vieze vogels.
Liefs,
Bo
Ps. Voor degenen die geïnteresseert zijn: ze hebben koptelefoons met nederlandse vertaling.
dinsdag 29 mei 2012
De Frelon
Zo ongeveer een kwartier geleden had ik mijn eerste ontmoeting met een echte, zuid-Franse Frelon.
En ik ben er nog van in shock.
Ik was vanmiddag om zes uur thuis (school tot half zes) en nadat ik vuurrode aardbeien van "oma" had gegeten ben ik op mijn bed geploft met mijn laptop om vervolgens niet meer op te staan, tenminste, dat dacht ik.
Ik was namelijk helemaal uitgeput van een bijna tien uur durende schooldag met dertig graden-klaslokalen en ik kon het echt niet meer opbrengen ook nog maar iets anders te doen dan eten en slapen (al zou ik dat na een twee uur durende schooldag waarschijnlijk ook gedaan hebben).
Ik bedenk me nu opeens, achteraf, dat Melanie vanochtend nog vertelde over een avontuur met Charlotte: ze liepen in een smal straatje toen ze een één of ander gevaarlijk beest ontdekten dat dodelijk kan zijn, "we hebben nog nooit van ons leven zo hard gerend". Dat zei ze vanochtend toen we in de zon op het schoolplein zaten en om eerlijk te zijn schoot het een beetje langs me heen, ik was veel te slaperig om te reageren. Maar nu weet ik precies waarom ze zo hard gerend heeft en als het in mijn geval niet in mijn kamer was geweest dan was ik vast tot Amsterdam gehold (niet dat ik met mijn conditie de straat uit komt trouwens).
Ik zal even ophelderen waar ik zo hysterisch over doe: de Frelon. Het heeft de vorm van een wesp, en ook de kleuren van een wesp. Dezelfde woonsituatie, hetzelfde killer-instinct. Er zijn alleen twee verschillen tussen de Frelon en een normale wesp. Ten eerste maakt hij het geluid van een grasmaaier -je zou bijna oordopjes in doen- en ten tweede is de Frelon (ten minste degene die ik heb gezien) ongeveer vijf keer zo groot als een normale wesp. Ik had echt het idee dat er een speelgoed vliegtuig in de voor van een wesp door mijn kamer vloog, behalve dat hij er verbazingwekkend echt uit zag.
Terwijl ik uitgeput in mijn agenda krabbelde dacht ik gestoord te woorden door een één of andere tractor die door de straat reed, maar toen dat na een minuut nog niet weg was keek ik geïrriteerd richting het raam om er vervolgens tot mijn grote schrik een enorm beest doodstil vlak naast mijn bed te zien zweven (doodstil qua beweging, niet qua geluid).
Ik heb mijn laptop naast me neer gegooid en ben als een haas de trap afgerend om de hele familie bij elkaar te gillen, die vervolgens dood leuk tegen een of andere buurman/collega/voetbalvriend/weet-ik-veel-wie te zeggen: "Dit is onze 'hollandaise', ze heeft geloof ik een Frelon gezien".
Daniel is met vliegenmepper naar boven gegaan maar kon de Frelon niet meer vinden en ik verwacht dus eigenlijk dat die Frelon zich lekker in mijn zomerjurkjes heeft verstopt en ieder moment uit de kast kan komen vliegen.
Nou zullen degenen onder jullie die zo'n Frelon kennen wel vinden dat ik ontzettend overdrijf maar ik ben en blijf een Amsterdams meisje (die hier trouwens elke week wel weer een nieuwe griezelige insectensoort ontdekt en dit toch wel zó ver vond gaan dat ik er een blog over schrijf) met een grote spinnenfobie.
En bovendien overdrijf ik niet eens zo heel erg: een Frelon steek kan dodelijk zijn (mits in de slagader, toegegeven).
Vervolgens verteld Daniel me doodleuk dat er sinds enkele jaren precies in dit gebied een plaag is: De Aziatische Frelon.
Het is niet zomaar een Aziaat: ze zijn echte doorzetters, enorm fel en ze hebben een jagersdrift gelijk aan die van een tijger. Als ze een bijennest tegenkomen maken ze er een enorm slagveld van, en van de bijtjes blijft niks over.
En als je hun eigen nest aan stukken slaat ver-tiendubbelen ze het aantal koninginnen die allemaal een eigen nest maken.
Het schijnt een echt drama te zijn en ik heb nu al ontzettend zin in deze zomer, ik bereid me vast voor op een stel tropische barbaren in mijn kamer.
Liefs uit het zomerse Frankrijk,
Bo
En ik ben er nog van in shock.
Ik was vanmiddag om zes uur thuis (school tot half zes) en nadat ik vuurrode aardbeien van "oma" had gegeten ben ik op mijn bed geploft met mijn laptop om vervolgens niet meer op te staan, tenminste, dat dacht ik.
Ik was namelijk helemaal uitgeput van een bijna tien uur durende schooldag met dertig graden-klaslokalen en ik kon het echt niet meer opbrengen ook nog maar iets anders te doen dan eten en slapen (al zou ik dat na een twee uur durende schooldag waarschijnlijk ook gedaan hebben).
Ik bedenk me nu opeens, achteraf, dat Melanie vanochtend nog vertelde over een avontuur met Charlotte: ze liepen in een smal straatje toen ze een één of ander gevaarlijk beest ontdekten dat dodelijk kan zijn, "we hebben nog nooit van ons leven zo hard gerend". Dat zei ze vanochtend toen we in de zon op het schoolplein zaten en om eerlijk te zijn schoot het een beetje langs me heen, ik was veel te slaperig om te reageren. Maar nu weet ik precies waarom ze zo hard gerend heeft en als het in mijn geval niet in mijn kamer was geweest dan was ik vast tot Amsterdam gehold (niet dat ik met mijn conditie de straat uit komt trouwens).
Ik zal even ophelderen waar ik zo hysterisch over doe: de Frelon. Het heeft de vorm van een wesp, en ook de kleuren van een wesp. Dezelfde woonsituatie, hetzelfde killer-instinct. Er zijn alleen twee verschillen tussen de Frelon en een normale wesp. Ten eerste maakt hij het geluid van een grasmaaier -je zou bijna oordopjes in doen- en ten tweede is de Frelon (ten minste degene die ik heb gezien) ongeveer vijf keer zo groot als een normale wesp. Ik had echt het idee dat er een speelgoed vliegtuig in de voor van een wesp door mijn kamer vloog, behalve dat hij er verbazingwekkend echt uit zag.
Terwijl ik uitgeput in mijn agenda krabbelde dacht ik gestoord te woorden door een één of andere tractor die door de straat reed, maar toen dat na een minuut nog niet weg was keek ik geïrriteerd richting het raam om er vervolgens tot mijn grote schrik een enorm beest doodstil vlak naast mijn bed te zien zweven (doodstil qua beweging, niet qua geluid).
Ik heb mijn laptop naast me neer gegooid en ben als een haas de trap afgerend om de hele familie bij elkaar te gillen, die vervolgens dood leuk tegen een of andere buurman/collega/voetbalvriend/weet-ik-veel-wie te zeggen: "Dit is onze 'hollandaise', ze heeft geloof ik een Frelon gezien".
Daniel is met vliegenmepper naar boven gegaan maar kon de Frelon niet meer vinden en ik verwacht dus eigenlijk dat die Frelon zich lekker in mijn zomerjurkjes heeft verstopt en ieder moment uit de kast kan komen vliegen.
Nou zullen degenen onder jullie die zo'n Frelon kennen wel vinden dat ik ontzettend overdrijf maar ik ben en blijf een Amsterdams meisje (die hier trouwens elke week wel weer een nieuwe griezelige insectensoort ontdekt en dit toch wel zó ver vond gaan dat ik er een blog over schrijf) met een grote spinnenfobie.
En bovendien overdrijf ik niet eens zo heel erg: een Frelon steek kan dodelijk zijn (mits in de slagader, toegegeven).
Vervolgens verteld Daniel me doodleuk dat er sinds enkele jaren precies in dit gebied een plaag is: De Aziatische Frelon.
Het is niet zomaar een Aziaat: ze zijn echte doorzetters, enorm fel en ze hebben een jagersdrift gelijk aan die van een tijger. Als ze een bijennest tegenkomen maken ze er een enorm slagveld van, en van de bijtjes blijft niks over.
En als je hun eigen nest aan stukken slaat ver-tiendubbelen ze het aantal koninginnen die allemaal een eigen nest maken.
Het schijnt een echt drama te zijn en ik heb nu al ontzettend zin in deze zomer, ik bereid me vast voor op een stel tropische barbaren in mijn kamer.
Liefs uit het zomerse Frankrijk,
Bo
zaterdag 26 mei 2012
Een ochtend "en Famille"
Een typische zaterdagochtend in huize Coutant, die ga ik even voor jullie beschrijven.
Laat ik beginnen bij de vrijdagavond, want die bepaalt toch wel grotendeels hoe de zaterdagochtend eruit ziet. Vooral bij een Franse familie zoals de "mijne" (a.k.a wijnliefhebbers).
Als ik uit school kom vind ik een warme appel-clafoutis en een stomende fondant au chocola op het aanrecht. Door Alicia gemaakt want die gaat vanavond naar een feestje voor de eindexamenklassen in Nantes (met leraren) van haar schoonheidsspecialiste opleiding. Ze zit in pyjama op haar bed, nog brak van een donderdagavondje met vriendinnen.
Ik vertrek met camera en mijn door mamma gekochte (en door zusje meegenomen) hoedje om nog even van de 28 graden te genieten en als ik terug kom is Alicia al vertrokken richting Nantes.
Inmiddels is Florian met vriendin uit Toulouse gearriveerd, hij komt het pinksterweekend in Parthenay doorbrengen omdat er dan het beroemde "Carna Fiësta" plaatsvind (Kermis, eten, marktjes enz.). Ik verhuis daarom snel mijn hebben en houden naar Juliette's kamer waar ik het komende weekend bivakeer. Daniel is net vertrokken voor een "apéro" met de voetbalvrienden, en de buurvrouw komt mijn gastmoeder een mooie omslagdoek uit Senegal (vakantiehuisje) brengen, waar ze net twee weken zonder kinderen hebben doorgebracht.
Gastmoeder Michou haalt ook de apéro tevoorschijn en de hele meute, buurman voegt zich bij, installeert zich in de tuin.
Florian steekt de barbecue aan en even later komt Daniel alweer terug, tot verbazing van de anderen -want normaal is dat een paar uurtjes later-. De buurman roept plagerig nog dat Daniel volgende keer maar moet bellen, dan komt hij hem wel halen met de auto.
Ik en Juliette installeren ons beneden want het gaat nog wel even duren voor we eten, alles op z'n tijd.
Ik weet niet tot hoe laat hun apéro heeft geduurd, laat staan het diner zelf, maar voor de Coutantjes valt het allemaal reuze mee, ze zijn alweer druk in de weer als ik 's ochtends de keuken binnen kom.
Nadat ik 'Papi' (opa Coutant) begroet installeer ik me met koffie tussen Alicia (die ook al wakker is, ik snap niet hoe ze elke week weer nadat ze om zes uur gaat slapen om negen uur aan de ontbijttafel zit alsof ze net twaalf uur heeft geslapen) en gastmoeder in en eet ik als ontbijt de appel-clafoutis die nog lang niet op is.
Papi komt liter (letterlijk: li-ters) wijn, een énorme pot (voor planten?), een bos groenig-kruid, 'eau-de-vie' (pure alcohol naar mijn idee) en pakken suiker brengen: ze gaat zelf een (seizoens gebonden) apéro maken: gout de blabla (ingewikkelde naam).
Alicia zeurt over alle stomme meisjes in haar klas en Michou en Papi discuteren over hun precieuze brouwsel.
Buurvrouw komt binnen om een bakblik te lenen, blijft tien minuten kletsen en vertrekt weer.
Daniel komt binnen en gaat met Papi de discussie over de hoeveelheid suiker aan (die oploopt tot een kilo per enkele liters, want volgens Daniel is die van zijn schoonvader niet zoet genoeg).
Michou vertrekt om de was op te hangen.
Buurman komt binnen om ik-weet-niet-wat te doen en zich vervolgens ook in de suiker discussie te mengen.
Michou komt binnen en vetrekt weer, Florian en vriendin komen binnen en ze zien eruit alsof ze een marathon gelopen hebben.
Buurman plaagt Florian, Daniel begint wijn, eau de vie en suiker in enorme hoeveelheden te mengen en enthousiast de hele keuken laat proeven en ruiken(herrinnering: het is tien uur 's ochtends).
Florian keert terug naar bed, Juliette komt binnen, kijkt haar broer een beetje bezorgd aan en zet dan demonstratief meteen de computer aan om te laten zien dat ze geen behoefte heeft aan conversaties.
Alicia probeert haar overgebleven baksels aan de man te brengen. Florians vriendin installeert zich met waterige oogjes en koffie naast me op de bank, waar ik me even terug getrokken heb om dit te schrijven.
Heel gezellig, zo'n half dorp in je woonkamer, maar een pauze tussen nu en de lunch (met de hele familie dus, en dat komt niet vaak voor) heb ik wel even nodig.
Vanmiddag ga ik naar het Carna Fiësta, waar ik "Chichi" ga eten: lange besuikerde stengels die je in een beker nutella dipt.
Ik zal jullie snel laten weten hoe Party-Parthenay is, maar nu ga ik nog even genieten van het kleine uurtje rust.
Bienvenue dans la famille!
Liefs,
Bo
ps. Het spijt me als mijn Nederlands niet meer is wat het geweest is maar ik vergeet steeds meer woorden...
Laat ik beginnen bij de vrijdagavond, want die bepaalt toch wel grotendeels hoe de zaterdagochtend eruit ziet. Vooral bij een Franse familie zoals de "mijne" (a.k.a wijnliefhebbers).
Als ik uit school kom vind ik een warme appel-clafoutis en een stomende fondant au chocola op het aanrecht. Door Alicia gemaakt want die gaat vanavond naar een feestje voor de eindexamenklassen in Nantes (met leraren) van haar schoonheidsspecialiste opleiding. Ze zit in pyjama op haar bed, nog brak van een donderdagavondje met vriendinnen.
Ik vertrek met camera en mijn door mamma gekochte (en door zusje meegenomen) hoedje om nog even van de 28 graden te genieten en als ik terug kom is Alicia al vertrokken richting Nantes.
Inmiddels is Florian met vriendin uit Toulouse gearriveerd, hij komt het pinksterweekend in Parthenay doorbrengen omdat er dan het beroemde "Carna Fiësta" plaatsvind (Kermis, eten, marktjes enz.). Ik verhuis daarom snel mijn hebben en houden naar Juliette's kamer waar ik het komende weekend bivakeer. Daniel is net vertrokken voor een "apéro" met de voetbalvrienden, en de buurvrouw komt mijn gastmoeder een mooie omslagdoek uit Senegal (vakantiehuisje) brengen, waar ze net twee weken zonder kinderen hebben doorgebracht.
Gastmoeder Michou haalt ook de apéro tevoorschijn en de hele meute, buurman voegt zich bij, installeert zich in de tuin.
Florian steekt de barbecue aan en even later komt Daniel alweer terug, tot verbazing van de anderen -want normaal is dat een paar uurtjes later-. De buurman roept plagerig nog dat Daniel volgende keer maar moet bellen, dan komt hij hem wel halen met de auto.
Ik en Juliette installeren ons beneden want het gaat nog wel even duren voor we eten, alles op z'n tijd.
Ik weet niet tot hoe laat hun apéro heeft geduurd, laat staan het diner zelf, maar voor de Coutantjes valt het allemaal reuze mee, ze zijn alweer druk in de weer als ik 's ochtends de keuken binnen kom.
Nadat ik 'Papi' (opa Coutant) begroet installeer ik me met koffie tussen Alicia (die ook al wakker is, ik snap niet hoe ze elke week weer nadat ze om zes uur gaat slapen om negen uur aan de ontbijttafel zit alsof ze net twaalf uur heeft geslapen) en gastmoeder in en eet ik als ontbijt de appel-clafoutis die nog lang niet op is.
Papi komt liter (letterlijk: li-ters) wijn, een énorme pot (voor planten?), een bos groenig-kruid, 'eau-de-vie' (pure alcohol naar mijn idee) en pakken suiker brengen: ze gaat zelf een (seizoens gebonden) apéro maken: gout de blabla (ingewikkelde naam).
Alicia zeurt over alle stomme meisjes in haar klas en Michou en Papi discuteren over hun precieuze brouwsel.
Buurvrouw komt binnen om een bakblik te lenen, blijft tien minuten kletsen en vertrekt weer.
Daniel komt binnen en gaat met Papi de discussie over de hoeveelheid suiker aan (die oploopt tot een kilo per enkele liters, want volgens Daniel is die van zijn schoonvader niet zoet genoeg).
Michou vertrekt om de was op te hangen.
Buurman komt binnen om ik-weet-niet-wat te doen en zich vervolgens ook in de suiker discussie te mengen.
Michou komt binnen en vetrekt weer, Florian en vriendin komen binnen en ze zien eruit alsof ze een marathon gelopen hebben.
Buurman plaagt Florian, Daniel begint wijn, eau de vie en suiker in enorme hoeveelheden te mengen en enthousiast de hele keuken laat proeven en ruiken(herrinnering: het is tien uur 's ochtends).
Florian keert terug naar bed, Juliette komt binnen, kijkt haar broer een beetje bezorgd aan en zet dan demonstratief meteen de computer aan om te laten zien dat ze geen behoefte heeft aan conversaties.
Alicia probeert haar overgebleven baksels aan de man te brengen. Florians vriendin installeert zich met waterige oogjes en koffie naast me op de bank, waar ik me even terug getrokken heb om dit te schrijven.
Heel gezellig, zo'n half dorp in je woonkamer, maar een pauze tussen nu en de lunch (met de hele familie dus, en dat komt niet vaak voor) heb ik wel even nodig.
Vanmiddag ga ik naar het Carna Fiësta, waar ik "Chichi" ga eten: lange besuikerde stengels die je in een beker nutella dipt.
Ik zal jullie snel laten weten hoe Party-Parthenay is, maar nu ga ik nog even genieten van het kleine uurtje rust.
Bienvenue dans la famille!
Liefs,
Bo
ps. Het spijt me als mijn Nederlands niet meer is wat het geweest is maar ik vergeet steeds meer woorden...
woensdag 16 mei 2012
Père Cent en de laatste reunie
Vandaag heb ik weer wat nieuws, typisch Frans, ontdekt. Zelfs na acht maanden ben ik nog niet helemaal ingeburgerd, en ik vraag me af hoe mensen dat doen die maar een half jaar of zelfs drie maanden weg gaan.
Het is het zogenaamde "Père Cent" (of Persan) dat vandaag van start ging.
Het is een Franse traditie voor de Terminales, oftewel de eindexamenklassen, en dus eigenlijk de Franse equivalent van onze Eindexamenstunt.
Voor "le Père Cent" verkleden de eindexamen leerlingen zich zo gek mogelijk, niks is te raar en er is eigenlijk ook nooit een thema, iedereen doet waar hij zin in heeft maar met gekleurde shirtjes kom je niet weg.
Paashazen, kerstmannen en figuren waarvan ik het bestaan niet eens kende liepen vandaag rond in de buurt om mijn school -dat wil zeggen: bijna heel Parthenay-. Want deze traditie speelt zich niet ín de school af, maar erbuiten.
De in maffe kostuums gehulde leerlingen staan vooral op kruispunten en bij drukke straten (in Parthenay dus vooral het eerste, aangezien het tweede niet of nauwelijks aanwezig is) en vragen geld aan passerenden, zelfs als het hierbij om automobilisten gaat (meestal het geval). Ik hoorde dat ze bij sommige scholen zelfs eieren en meel naar de mensen op straat gooien maar dat was hier gelukkig niet het geval. Wel stonden ze een beetje met kranten te wapperen (god mag weten wat ze daarmee bedoelden).
Le Père Cent vindt plaats -zoals de naam al doet vermoeden- exact 100 dagen voor Le Bac (de examens) beginnen. Het opgehaalde geld is bedoeld om een goed feest te organiseren.
Behalve deze eigenaardige traditie (ik ben blij dat ik niet hoef te bedelen -letterlijk- voor een eindejaars-feestje) had ik afgelopen weekend ook nog de laatste reunie van YFU.
Wij kwamen een uur te laat aan en vielen dus midden in een groeps-sessie binnen: een object uitkiezen en vertellen waarom je het gekozen hebt. Ik besloot dat ik dan maar meteen moest gaan -en toen ik een bakblik zag liggen was de keuze snel gemaakt- want ik vind het altijd zo pijnlijk als de vrijwilligers iets leuks proberen te doen terwijl wij ze een beetje schaapachtig aan blijven staren.
Daarna moesten we kaartjes trekken met onafgemaakte zinnen en, rara, de zin afmaken. Nog zo'n fantastische opdracht waarbij iedereen stilletjes blijft zitten wachten in de hoop overgeslagen te worden.
Gelukkig mochten we daarna met z'n allen in de zon zitten, honderd uit babbelen en een promotie filmpje maken om fransen aan te moedigen gastgezin te worden, dat echt best leuk was. Ik heb ook meteen plannen gemaakt voor het weekend van de 9e (wanneer ongeveer mijn vakantie begint!): Puy du Fou (historisch openlucht museum) met Luisa (Duitsland), Debbie (Mexico) en mijn gastfamilie.
Vervolgens werd de lunch ingewijd met een aperitiefje gevolgd door een hele waslijst veel te lekker eten.
Voordat we de toetjes (door de uitwisselingsstudenten gemaakt) tevoorschijn haalden kregen we de tijd ons gastgezin een cadeautje te geven en ze te bedanken. Aangezien het HEMA fotoalbum met teksten niet gearriveerd was had ik zelf last-minute fotolijstjes met brieven gemaakt. Er zijn heel wat traantjes weg gepinkt.
Mijn toetje, een Charlotte met chocolademousse-peer vulling, was een waar succes, zélfs gesmolten door de zon.
Vervolgens werden door de uitwisselingsstudenten franse vlaggen tevoorschijn gehaald om voor elkaar dingen op te schrijven: leuk om later thuis op te hangen. Natuurlijk was ik het vergeten (ik dacht dat ik in Frankrijk wat minder chaotisch was geworden maar helaas), maar ik zal er een naar de YES in Berlijn (het kamp met de 400 europese uitwisselingsstudenten) meenemen.
Want ik kan natuurlijk niet thuis komen zonder een beetje Frans-nationalistisch glorie, en een vlag lijkt me daarvoor perfect.
Liefs,
Bo
Het is het zogenaamde "Père Cent" (of Persan) dat vandaag van start ging.
Het is een Franse traditie voor de Terminales, oftewel de eindexamenklassen, en dus eigenlijk de Franse equivalent van onze Eindexamenstunt.
Voor "le Père Cent" verkleden de eindexamen leerlingen zich zo gek mogelijk, niks is te raar en er is eigenlijk ook nooit een thema, iedereen doet waar hij zin in heeft maar met gekleurde shirtjes kom je niet weg.
Paashazen, kerstmannen en figuren waarvan ik het bestaan niet eens kende liepen vandaag rond in de buurt om mijn school -dat wil zeggen: bijna heel Parthenay-. Want deze traditie speelt zich niet ín de school af, maar erbuiten.
De in maffe kostuums gehulde leerlingen staan vooral op kruispunten en bij drukke straten (in Parthenay dus vooral het eerste, aangezien het tweede niet of nauwelijks aanwezig is) en vragen geld aan passerenden, zelfs als het hierbij om automobilisten gaat (meestal het geval). Ik hoorde dat ze bij sommige scholen zelfs eieren en meel naar de mensen op straat gooien maar dat was hier gelukkig niet het geval. Wel stonden ze een beetje met kranten te wapperen (god mag weten wat ze daarmee bedoelden).
Le Père Cent vindt plaats -zoals de naam al doet vermoeden- exact 100 dagen voor Le Bac (de examens) beginnen. Het opgehaalde geld is bedoeld om een goed feest te organiseren.
Behalve deze eigenaardige traditie (ik ben blij dat ik niet hoef te bedelen -letterlijk- voor een eindejaars-feestje) had ik afgelopen weekend ook nog de laatste reunie van YFU.
Wij kwamen een uur te laat aan en vielen dus midden in een groeps-sessie binnen: een object uitkiezen en vertellen waarom je het gekozen hebt. Ik besloot dat ik dan maar meteen moest gaan -en toen ik een bakblik zag liggen was de keuze snel gemaakt- want ik vind het altijd zo pijnlijk als de vrijwilligers iets leuks proberen te doen terwijl wij ze een beetje schaapachtig aan blijven staren.
Daarna moesten we kaartjes trekken met onafgemaakte zinnen en, rara, de zin afmaken. Nog zo'n fantastische opdracht waarbij iedereen stilletjes blijft zitten wachten in de hoop overgeslagen te worden.
Gelukkig mochten we daarna met z'n allen in de zon zitten, honderd uit babbelen en een promotie filmpje maken om fransen aan te moedigen gastgezin te worden, dat echt best leuk was. Ik heb ook meteen plannen gemaakt voor het weekend van de 9e (wanneer ongeveer mijn vakantie begint!): Puy du Fou (historisch openlucht museum) met Luisa (Duitsland), Debbie (Mexico) en mijn gastfamilie.
Vervolgens werd de lunch ingewijd met een aperitiefje gevolgd door een hele waslijst veel te lekker eten.
Voordat we de toetjes (door de uitwisselingsstudenten gemaakt) tevoorschijn haalden kregen we de tijd ons gastgezin een cadeautje te geven en ze te bedanken. Aangezien het HEMA fotoalbum met teksten niet gearriveerd was had ik zelf last-minute fotolijstjes met brieven gemaakt. Er zijn heel wat traantjes weg gepinkt.
Mijn toetje, een Charlotte met chocolademousse-peer vulling, was een waar succes, zélfs gesmolten door de zon.
Vervolgens werden door de uitwisselingsstudenten franse vlaggen tevoorschijn gehaald om voor elkaar dingen op te schrijven: leuk om later thuis op te hangen. Natuurlijk was ik het vergeten (ik dacht dat ik in Frankrijk wat minder chaotisch was geworden maar helaas), maar ik zal er een naar de YES in Berlijn (het kamp met de 400 europese uitwisselingsstudenten) meenemen.
Want ik kan natuurlijk niet thuis komen zonder een beetje Frans-nationalistisch glorie, en een vlag lijkt me daarvoor perfect.
Liefs,
Bo
Abonneren op:
Posts (Atom)