Zoeken

dinsdag 17 juli 2012

Terug

Het spijt me, een blog over het YES-camp is er niet gekomen. En om eerlijk te zijn kan ik er niet veel meer over zeggen dan dat het geweldig was (en als je wil weten wat er dan zo geweldig was… Dan moet je zelf maar een jaartje weg gaan)!
Beter kan ik het nu hebben over mijn thuis komst, zelfs al is óók dat alweer een tijdje geleden.
Toen ik aankwam in - waar was het ook alweer… Apeldoorn? Arnhem? Almere? Geen van de drie volgens mij, maakt ook niet uit… (ik weet nog dat er een gele NS-trein voorbij kwam en dat iedereen wilde kijken, en zich tegen de raampjes aandrukte toen er een groepje fietsers op omafietsen voorbij kwam) - kon ik niet stoppen met praten, ik ratelde maar door. Zo ging het ook de dag erna, en de dag daarna. Ik kreeg niet meer slaap dan drie uur per nacht maar ik raakte maar niet uitgeput (ten minste, dat dacht ik). Ik merkte wel dat ik een beetje stond te trillen op mijn benen, en dat ik bijna niet at, maar ik leefde in mijn eigen utopische wereldje waarin alles geweldig was, waarin Amsterdam leuker was dan ooit en waarin ik precies kon doen waar ik zin in had zonder me af te hoeven vragen of iemand me met de auto kon brengen, of er überhaupt wel iets te doen was. De moeheid drong niet tot me door en ik had een ongeremde motivatie om elke dag van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat van het stadsleventje te profiteren.
Tot dag vier aanbrak en ik helemaal instortte. Gelukkig ging het na heel veel slaap meteen weer prima, maar ik besefte wel dat ik niet meer alles tegelijk kon doen en het echt wat handiger moest aanpakken. Toch heb ik me –ondanks de regen- er niet van weer houden Amsterdam volledig eigen te maken door er urenlang doorheen te fietsen, om vervolgens te besluiten dat dit toch wel echt voor eeuwig mijn thuisbasis blijft (en dat ik nooit meer voor langere tijd weg ga).
Ik heb nooit, maar dan ook nooit, spijt gehad van mijn jaar in Frankrijk. Ik heb nooit overwogen om eerder terug te gaan, nooit gedacht “waarom dóé ik dit?”, maar dit hele jaar ben ik toch wel doorgekomen met het idee dat dit ‘in ieder geval maar voor een jaartje is’.
Ik dacht met een open blik op de wereld terug te komen, maar –en dat is het geval bij velen uitwisselingsstudenten, lees: vrijwel iedereen- mensen die weg zijn geweest vergeten vaak te zeggen dat je als je terug komt je veel en veel meer van je thuisland bent gaan houden.

Maar, ookal ben ik nog zo Amsterdam-liefhebber, na twee weekjes heb ik het wel weer gezien: morgen vertrek ik alweer.
Hele fijne vakantie, blogs volgen (beloofd)!

Liefs liefs,
Bo

Ps. Ik voel me nog steeds een beetje Frans af en toe: toen ik naar de film ging irriteerde ik me eraan hoe mensen “De Rouille et d’Os” uitspreken, als ik droom gaat het nog steeds half in het frans en als ik een normaal gesprek voer wil het wel eens voorkomen dat ik Franse woordjes in moet slikken of mijn zinnen moet herformuleren voor mensen het begrijpen (al was is dat nu een stuk minder erg dan anderhalve week geleden).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten